De landen bespreken maandagmiddag in Genève het bestand op verzoek van Frankrijk. De Franse minister van Buitenlandse Zaken, Jean-Marc Ayrault, heeft geklaagd dat er nog steeds aanvallen worden gemeld, ook vanuit de lucht, op gebieden in handen van gematigde rebellen die aan de wapenstilstand meedoen.

Een zegsman van de door Saudi-Arabië gesteunde oppositiegroep HNC (Hoog Onderhandelingscomité), Asaad al-Zoubi, waarschuwde maandag dat de wapenstilstand op instorten staat, onder meer door Russische bombardementen en aanvallen van regeringstroepen zondag.

Rusland is ondertussen bezorgd dat de Turkse militaire activiteiten aan de Syrische grens het bestand zullen ruïneren. Volgens de Russische onderminister van Buitenlandse Zaken,Sergej Riabkov, hebben de Turken hun plannen over aanvallen op Syrisch grondgebied niet opgegeven. De Turkse president Erdogan reageerde maandag met de opmerking dat het bestand niet overal in Syrië geldt. Turkse artillerie beschoot maandag „een extremistische groep” ten noorden van Aleppo, meldden Turkse media.

De belangrijkste initiatiefnemers van de wapenstilstand, Moskou en Washington, hebben afgesproken dat de aanvallen op „de terroristen” van Islamitische Staat en het al-Nusra Front doorgaan. Erdogan heeft net als zijn Syrische ambtgenoot Assad nog meer „terroristen” in het vizier.

Voor het eerst sinds het bestand met ingang van zaterdag van kracht werd, zijn maandag hulpgoederen in een belegerde plaats aangekomen. Vijftig vrachtauto’s met hulpgoederen bereikten al-Muadamiya bij Damascus. De Verenigde Naties willen de komende dagen naar schatting 150.000 mensen in belegerde plaatsen gaan helpen.