Commentaar: Politici moeten wél aangifte doen van bedreiging
Maar liefst 26 procent van de raadsleden wordt bedreigd. Dat meldde het vakblad Binnenlands Bestuur deze week op basis van een onderzoek onder de plaatselijke volksvertegenwoordigers. In september 2015 gaf nog ‘slechts’ 13 procent van de raadsleden aan zich bedreigd te voelen. Een verdubbeling dus in slechts enkele maanden tijd.
Ondanks dat het aantal bedreigingen in korte tijd sterk steeg, blijft het aantal raadsleden dat aangifte doet van bedreiging laag. Slechts een op de vijf bedreigde politici doet aangifte bij de politie.
De oorzaak voor de sterke stijging van het aantal bedreigingen heeft, volgens de onderzoekers, waarschijnlijk te maken met de (mogelijke) komst van asielzoekerscentra in gemeenten. De gemoederen lopen rond dit thema al snel op en raadsleden betalen daarvoor blijkbaar de prijs.
Al met al zijn de cijfers uitermate verontrustend. Ze tonen aan dat het klimaat in Nederland meer en meer onverdraagzaam wordt. Burgers die het met politieke besluiten of uitlatingen van politici niet eens zijn, kiezen blijkbaar steeds sneller en gemakkelijker voor het wapen van de bedreiging. Verbaal, maar niet zelden ook met daden. Bij verbale agressie en scheldpartijen via de sociale media doen volksvertegenwoordigers trouwens meestal geen aangifte. Als er persoonlijke spullen vernield worden, is dat voor de meeste politici wel reden om naar de politie te gaan. En als het gezin of familieleden bedreigd worden, doet zelfs 80 procent aangifte.
Natuurlijk is daadwerkelijk geweld erger dan verbale bedreiging. Maar ook dat laatste laat iemand niet onberoerd. Ook al weet je dat je in je recht staat en gewoon je werk doet, toch doet het iets met je als je telefoontjes, mails of brieven krijgt waarin je wordt uitgescholden.
Onverdraagzaamheid in en fragmentatie van de maatschappij uiten zich overigens niet alleen in het bedreigen van volksvertegenwoordigers. Over de hele linie lijkt het respect voor medeburgers af te nemen.
Wie soms de reacties leest onder een nieuwsartikel op internet kan niet anders dan zich verbazen over de grofheid waarmee nogal wat mensen hun onvrede over bepaalde zaken uiten.
Bedreigen mag niet. Smaad en laster rondstrooien evenmin. Maar heel veel zaken die niet mogen, gebeuren toch. En zelfs met het stipt naleven van de regels door aangifte en straffen, verdwijnt het kwaad meestal niet. Maar ondanks dat is het wel degelijk zaak dat er aangifte gedaan wordt en dat de politie die aangiftes onderzoekt en daders van bedreiging straft. Omdat volksvertegenwoordigers bescherming verdienen bij het doen van hun werk. Protest is toegestaan, demonstreren mag, maar bedreigen of erger niet en nooit.
Als die grens niet heel scherp wordt getrokken en dit kwaad niet heel duidelijk wordt benoemd, zal het over enkele jaren normaal gevonden worden. Want zo gaat dat. Met als gevolg dat er dan nóg moeilijker mensen te vinden zullen zijn voor het openbaar bestuur. En indirect wordt dan onze democratie ondermijnd.