Opinie

Wereldbeschouwing essentieel bij vorming christelijke student

Vanuit christelijk perspectief is er veel voor te zeggen dat onderwijs ook moet vormen. Bij die vorming gaat het niet in de eerste plaats om zelfontplooiing, maar om de vraag: hoe beantwoord ik aan Gods bedoeling?

dr. M. Klaassen

29 February 2016 06:32Gewijzigd op 16 November 2020 01:47
beeld Fotolia
beeld Fotolia

Hoger onderwijs moet zijn vormende taak weer centraal stellen, zei minister Bussemaker van Onderwijs vorig jaar in een beleidsstuk over de toekomst van het hoger onderwijs: de ”Strategische agenda hoger onderwijs en onderzoek 2015-2025”.

Opvallend element in het rapport is de nadruk op persoonlijke vorming van studenten. De minister rept over hoger onderwijs dat „haar vormende taak weer centraal moeten stellen: naast kwalificatie, ook aandacht voor socialisatie en persoonsvorming.”

Dat is winst. Het gaat er niet om dat een student zo snel mogelijk door zijn studie heen komt, zodat deze zo snel mogelijk efficiënt voor de samenleving kan zijn. Het gaat ook om de vraag: wat voor mensen worden er afgeleverd aan de samenleving? Juist vanuit christelijk perspectief is er veel voor te zeggen dat onderwijs ook moet vormen.

De vraag is natuurlijk: vormen, tot wat? Het rapport spreekt over onderwijs „waarmee elke student het beste uit zichzelf kan halen en zijn/haar individuele talenten kan ontwikkelen.” Dat is een andere benadering dan die vanuit het christelijke geloof. Daarin staat niet het individu centraal maar God, en daarin is mens-zijn een zijde van een driehoek: God-de naaste-ik.

Bij vorming in christelijk perspectief gaat het niet in de eerste plaats om zelfontplooiing, maar om de vraag: hoe beantwoord ik aan Gods bedoeling?

Seculiere wereld

Om die bedoeling te kennen, is het van levensbelang dat christenstudenten zich een christelijke wereldbeschouwing eigen maken. Om straks hun plaats in te nemen in een seculiere wereld is het van groot belang dat studenten leren op een andere manier naar de wereld en de werkelijkheid te kijken, de dingen te zien in het licht van God. Met andere woorden: een christelijke wereldbeschouwing te hebben. Dat is in de eerste plaats een taak van het christelijke onderwijs. Terecht bepleitte dr. W. van Vlastuin daarom onlangs het belang van zo’n wereldbeschouwing voor het christelijk onderwijs (RD 27-1) en noemden drs. B. Kalkman en drs. P. D. Blom de noodzaak van lesmateriaal dat uitgaat vanuit zo’n wereldbeschouwing (RD 1-2).

Wereldbeschouwing, in de Angelsaksische wereld mooi ”worldview” genoemd, is het geheel aan opvattingen, ideeën en visies waarmee men naar de wereld kijkt. Iedereen heeft een wereldbeschouwing, ook al zijn mensen zich daar niet altijd van bewust. Het is de ‘bril’ waardoor iemand naar de wereld kijkt. Zij die zich daarvan niet bewust zijn, vinden anderen, christenen of moslims, vaak bevooroordeeld, maar beseffen vaak niet dat ze zelf ook vanuit een bepaalde visie naar de werkelijkheid kijken. Dat kunnen evolutionistische, materialistische, postmoderne glazen zijn of een combinatie hiervan. Wereldbeschouwingen zijn er dus in alle soorten en maten.

Het is goed dat christelijke studenten op de hoogte zijn van de wereldbeschouwingen om hen heen; nog belangrijker is dat ze vanuit een christelijke wereldbeschouwing naar de werkelijkheid leren kijken. Het christelijke geloof heeft niet alleen betekenis voor het eeuwige leven, maar ook voor het leven hier en nu; niet alleen voor de zondag, maar net zo goed voor wat er ’s maandags in de collegebank gehoord wordt.

Dualisme

De Amerikaanse denker Francis Schaeffer noemde het christelijke geloof geen serie waarheden in het meervoud, maar eerder Waarheid met een hoofdletter; waarheid over de gehele werkelijkheid, niet slechts over religieuze zaken. Waar dat niet begrepen wordt, dreigt het gevaar van wat dr. Ewald Mackay in een recent boek ”dualisme” noemde: het onvermogen om geloof en de werkelijkheid waarin we leven met elkaar te verbinden.

Hoeveel jonge mensen met een christelijke achtergrond drijven in hun studietijd niet weg van God, geloof en Bijbel? Mede omdat ze niet geleerd hebben geloof en wereldbeschouwing met elkaar te verbinden, omdat hun geen overtuigend christelijke wereldbeschouwing is aangereikt?

In haar boek ”Total Truth” geeft de Amerikaanse cultuurfilosofe Nancy Pearcey de verbijsterende illustratie van een docent op een christelijke school die voor een groep studenten aangeeft hoe de verhouding geloof en wetenschap gezien moet worden. Hij tekent op het bord aan de ene kant een hart, aan de andere kant een hoofd. Het hart is nodig voor geloof, het hoofd voor de wetenschap. Nog verbijsterender was dat van de 200 studenten er slechts één zijn vinger opstak en protesteerde. De rest vond het heel normaal om ‘geloof’ alleen te beperken tot het hart.

Hoe ziet een christelijke wereldbeschouwing eruit? Daar zou heel veel over te zeggen zijn. Centraal staat in elk geval de erkenning van God als Schepper Die deze wereld geschapen heeft, Die als Heere het recht heeft om Zijn wil aan die schepping op te leggen, Die structuren gegeven heeft waarvan het goed en zinvol is dat die gerespecteerd worden, Die de mens, gevallen in zonde, oproept tot bekering en vernieuwing door Jezus Christus en Die tot ons spreekt in Zijn Woord. Daarom geeft een christelijke wereldbeschouwing de Schrift een centrale plaats. Deze is bron en uitgangspunt voor alle ware kennis. Dat betekent niet dat de Schrift alle informatie bevat die mensen nodig hebben, maar wel dat de Schrift licht laat vallen over God, de mens en de gehele werkelijkheid.

Ook over de biologie? Ja, want de Bijbel zegt dat God de Bron is van al het leven, dat Hij alle dingen geschapen heeft. Iemand kan dus geen goede bioloog zijn als hij dat niet erkent. En al spreekt de Bijbel niet over economie, de Bijbel vertelt wel veel over rechtvaardigheid, matigheid, het gevaar van geld, hoe iemand moet omgaan met geld; iemand kan dus geen goede econoom worden zonder die principes bepalend te laten zijn voor zijn visie op economie.

Kunst

Datzelfde geldt voor de omgang met kunst. Is kunst alleen maar een allerindividueelste expressie – waarbij het niet uitmaakt hoe iemand daar vorm aan geeft? Of staat kunst in dienst van de waarheid? Dat zou een christelijke visie op kunst kunnen zijn: kunst in dienst van de waarheid. En zonder precies te zeggen hoe het er dan uit moet zien, is er wel iets te zeggen over noties zoals harmonie, eerlijkheid, reinheid als coördinaten waarbinnen kunst beoefend kan worden.

Het christelijke geloof helpt bij een studie geschiedenis. Want een christelijke visie op de geschiedenis zegt dat de geschiedenis geen doelloos proces is, maar dat het ergens heen gaat. En het christelijke geloof helpt ook om het goede en het kwade in de geschiedenis te duiden. De geschiedenis is geen succesverhaal, maar een verhaal vol tragiek en kwaad – precies wat past bij een Bijbelse visie op de zonde, om nog maar niet te spreken over de strijd tussen goed en kwaad die achter de schermen van de geschiedenis plaatsvindt. Zo kan er vanuit elk vakgebied een ”venster op de hemel” (Mackay) geopend worden en andersom kan er vanuit de hemel, vanuit God en Zijn Woord, licht vallen op elk vak of elke discipline.

Zo’n christelijke wereldbeschouwing waarbij geloof betrokken wordt op de omringende wereld is niet vanzelfsprekend. Dat moet geleerd worden. Dat is natuurlijk allereerst het werk van de Heilige Geest, Die ogen opent en het verstand verlicht, maar dat gebeurt nooit buiten de mens om. Er moet ook inspanning geleverd worden om je deze wereldbeschouwing eigen te maken.

Interpreteren

Kortom, een christelijke student moet niet alleen studeren maar ook interpreteren. De dingen hebben hun geheim en kunnen alleen ten volle verstaan worden wanneer ze in het bredere kader van het licht van God geplaatst worden. Waar elke christen geroepen wordt discipel te zijn, geldt dit in dubbele mate voor een christelijke student. Hij wordt geroepen tot mentaal discipelschap, tot gehoorzaamheid aan de opdracht God lief te hebben met hart, ziel en verstand.

Om dat te realiseren, dient er geïnvesteerd te worden in de studietijd. Een goede studentenvereniging kan daarbij van groot nut zijn. Nog belangrijker echter is de persoonlijke omgang met het Woord, de bron van ware kennis. Waar dat gebeurt, kan, door de werking van de Heilige Geest, vernieuwing van het denken plaatsvinden (Rom. 12:1) en de vreze des Heeren ontluiken en gedijen. Dat is nog altijd „het beginsel van wijsheid” (Ps. 111:10).

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer