Toch liefelijk
Efeze 5:25b
„Gelijk ook Christus de gemeente liefgehad heeft en Zichzelf voor ons heeft overgegeven”
Door het geloof stellen wij een volkomen vertrouwen in het Evangelie (Markus 16:16) dat door God aan de gehele wereld verkondigd is: dat Hij in Christus al onze zonden straft en strenge rechtvaardigheid aan Hem heeft uitgeoefend. Wie deze blijde boodschap aanneemt en zich daarop volkomen verlaat, die heeft het ware geloof. Zijn zonden zijn hem vergeven en hij is verzoend met God. Van een kind des toorns wordt hij een kind van de genade en krijgt het beeld Gods weer terug (2 Korinthe 3:18). Hij wordt burger van het Godsrijk en maakt zichzelf tot een tempel van de Allerhoogste.
God verlooft de ziel met Zijn eniggeboren Zoon, namelijk door het geloof, dat –zoals zo vaak door Paulus gezegd wordt– een werk en een geschenk van God is. God echter schenkt het een ieder die door Hem geroepen wordt tot rechtvaardiging en tot verheerlijking en tot het eeuwige leven, zoals Christus getuigt: „Dit is de wil Desgenen die Mij gezonden heeft, dat een ieder die de Zoon aanschouwt, en in Hem gelooft, het eeuwige leven heeft; en Ik zal hem opwekken ten uitersten dage” (Johannes 6:40).
Benedetto Fontanini,
reformator te Mantua
(”De weldaad van Christus” 1543)