Drone schiet brandweer te hulp bij grote calamiteit
LOSSER. De brandweer is tevreden. Een drone heeft donderdag zijn diensten bewezen tijdens een grote brand bij een autobedrijf in Losser. „Hij geeft ons een extra paar ogen, waardoor we mensen en materieel beter kunnen inzetten.”
Donderdag. Halverwege de ochtend breekt een „zeer grote brand” uit in twee bedrijfshallen op een industrieterrein in Losser, waarin onder meer een autobedrijf en een opslagloods voor caravans zijn gevestigd. Een dikke rookpluim stijgt op. De brandweer rukt uit met vier blusvoertuigen, twee reddingsvoertuigen en veertig spuitgasten. En een drone.
Met dit onbemande toestel observeert de brandweer het incident vanuit de lucht. Enkele gasflessen exploderen, het dak stort in. Twee uur na de eerste melding klinkt het sein brand meester. De oorzaak van de brand is nog niet bekend.
De officier van dienst (OvD) houdt tijdens de bluswerkzaamheden de brand via livebeelden op een tablet in de gaten. „Door van bovenaf mee te kijken, wisten we exact waar de hotspots zich bevonden”, aldus woordvoerder Erik Meijerink. „De inzet is mede bepaald aan de hand van de beelden van de drone.”
Proefproject
De drone Argus is onderdeel van een proef van het brandweerkorps Twente in samenwerking met de brandweer Midden- en West-Brabant. De brandweer heeft de drone vorige maand voor het eerst gebruikt bij een zoekactie bij een kanaal in Almelo.
Het brandweer mag sinds eind vorig jaar drones inzetten om bij calamiteiten effectiever en efficiënter op te treden. Het onbemande toestel stuurt beelden via een livestream regelrecht naar een laptop op de grond. De beelden worden niet opgeslagen.
De Altura ATX8-multikopter, uitgerust met een gewone en een infraroodcamera, weegt ruim 7 kilo en telt vier armen met elk twee rotors. De drone, Argus genaamd, vliegt met 25 km/uur, maar kan een topsnelheid van maximaal 40 km/uur bereiken.
De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) heeft de brandweer in Twente voor de proef een voorlopige bedrijfsontheffing verleend voor de inzet van een drone. De ILT, brandweer Midden- en West-Brabant, politie en defensie hebben de handen ineengeslagen om de proef mogelijk te maken. De pilot moet uiteindelijk leiden tot een landelijke beleidslijn voor de inzet van drones bij de brandweer.
De brandweerdrone kan niet altijd het luchtruim kiezen. De Argus mag alleen vliegen bij daglicht, bij een temperatuur boven het vriespunt en bij een zicht van meer dan 1500 meter, terwijl het wolkendek niet lager mag hangen dan 150 meter.
De drone mag verder alleen de lucht in tot windkracht 6, met snelheden van 12 meter per seconde. De piloot moet de Argus ook altijd in zicht kunnen hebben. Op het moment dat er een trauma- of politiehelikopter in de buurt vliegt, mag de Argus niet de lucht in.
Complex
Het brandweerkorps heeft de afgelopen anderhalf jaar veel geïnvesteerd in het opleiden van piloten, het testen van de drone en het opstellen van procedures. Als de piloten onverhoopt het contact met de drone verliezen, vliegt deze vanzelf terug naar z’n startplek.
De Argus kan worden ingezet bij bijvoorbeeld grote branden in complexe bebouwing, natuurbranden, vermissing van personen, het opsporen van slachtoffers op water of grote verkeersongevallen. „De meerwaarde van de drone is gisteren weer bewezen”, aldus Meijerink. Met de Argus is de brandweer nog iets beter voorbereid op calamiteiten.