Op een oppervlakte van 2000 vierkante meter wordt aandacht besteed aan strips in binnen- en buitenland, animatiefilms, computer game art, cartoons en tekenkunst. Het museum zoomt in op genres als sciencefiction en ridderstrips en buitenlandse invloeden zoals die van de Amerikaanse comics rond superhelden en manga-strips uit Japan. Ook komen belangrijke makers aan bod, onder wie Hergé (Kuifje) en Walt Disney (Donald Duck).

Het museum wil elk jaar twee grote tentoonstellingen organiseren. Er zijn drie verdiepingen voor exposities. Ook wordt er in samenwerking met de Openbare Bibliotheek Rotterdam een stripbibliotheek geopend, waar bezoekers strips kunnen lezen en lenen. Het stripmuseum hoopt over vier jaar 85.000 bezoekers te trekken.

Bezoekers „worden meegesleept in de fantasiewereld van de strips”, zegt directeur Marc Kleijnen. „Terwijl je kijkt naar bijzondere albums, originele tekeningen of voorwerpen, wandel je door de stripboeken heen.” Zo zijn er uitvergrotingen en „driedimensionale stripkamers”. De openingstentoonstelling is gewijd aan werk van de Rotterdamse stripmaker Martin Lodewijk, vooral bekend van de stripreeks Agent 327.

Het museum is een initiatief van directeur Maartje de Haan van het Haagse boekenmuseum Meermanno en mensen uit de stripwereld. Het staat los van het Nederlands Stripmuseum in Groningen. „We werken er wel mee samen”, zegt Kleijnen. „Maar ons museum is veel breder, met veel meer aandacht voor buitenlandse strips.”