Opinie

Bescherming van leven geen monopolie christenpolitici

Je hoeft geen christen te zijn, om tóch grote waarde toe te kennen aan de bescherming van het leven, betoogt Kees van der Staaij.

Kees van der Staaij
26 February 2016 10:11Gewijzigd op 16 November 2020 01:45
Het is volgens de commissie-Schnabel nodig om vorm te geven aan de verantwoordelijkheid van de overheid voor bescherming van kwetsbare mensen. Beeld ANP
Het is volgens de commissie-Schnabel nodig om vorm te geven aan de verantwoordelijkheid van de overheid voor bescherming van kwetsbare mensen. Beeld ANP

Ik weet niet hoe het komt, maar vooral op het terrein van leven en dood lijkt het erop dat progressieve seculieren soms last hebben van een onnodig reflexdenken. De redenering gaat dan zo: ’Conservatieve christenen zijn tegen abortus en hulp bij zelfdoding. Ik ben geen conservatieve christen. Dus ik ben voor abortus en hulp bij zelfdoding.”

Ik zou zeggen: zo’n redenering is echt te veel eer voor conservatieve christenen. Natuurlijk snap ik hoe zo’n gedachtegang ontstaan is. Net zo goed als ik pubers begrijp die zich in hun pukkeljaren afzetten tegen de opvattingen van hun ouders. Vanaf de jaren 60, was het vooruitstrevend om te zeggen dat in het ‘christelijke Nederland’ de bescherming van het leven te ver was doorgeschoten. Meer zelfbeschikking was de leus. ‘Baas in eigen buik!’

Niet lang daarna werd de tijdgeest van dat moment, na heftige politieke en maatschappelijke gevechten, vastgelegd in een geliberaliseerde abortuswet en euthanasiewet. En inderdaad, conservatieve christenen golden als de meest fervente tegenstanders. Maar wat gemakshalve nog wel eens vergeten, of politiekhalve verzwegen wordt: ook sommige kamerleden van progressieve partijen (D66, PvdA, VVD en PPR) stemden tegen bijvoorbeeld de lossere bescherming van ongeboren kinderen. Wat ik maar zeggen wil: de clash van de jaren ’60 en ’70 is toch niet het einde van de geschiedenis?

Tegen deze achtergrond roep ik seculiere progressieven op om uit de verouderde loopgraven te komen. Besef dat rücksichtslos individualisme onrecht doet aan een samen-leving. Je hoeft geen christen te zijn, om tóch grote waarde toe te kennen aan de bescherming van het leven. Net zo min als het typisch niet-christelijk zou zijn om de waarde van een aanzienlijke mate van zelfbeschikking te onderkennen. Zelfs in de huidige liberale abortus- en euthanasiewet neemt ook de waarde van de bescherming van het leven een zelfstandige plaats in, en bepaald niet slechts als concessie aan christenen.

Neem abortus. Door de echoscopie beseffen we nu beter dan voorheen dat een foetus van 12 weken geen klompje cellen is, maar een mini-mensje waarvan het hartje klopt. Dat zijn feiten, de wetenschap is pijnlijk helder. Steeds dringender wordt daarom de vraag of dat mini-mensje zo langzamerhand ook niet wat meer wettelijke bescherming verdient. Het antwoord op die vraag kan toch niet zijn: nee, omdat ik geen christen ben die gelooft dat leven vanaf de conceptie beschermwaardig is.

Maar wat geloof je als niet-christen dan wel? Charlotte Lockefeer, medewerkster van het Wetenschappelijk instituut van de VVD, heeft in het blad Liberaal Reveil glashelder uiteengezet dat óók op grond van liberale principes meer bescherming van ongeboren leven wenselijk is. Het principe ‘De vrijheid van de één stuit op haar grenzen, daar waar de vrijheid van de ander in het geding komt’, komt in de meest extreme mate bij het aborteren van een ongeboren kindje in het geding.

Ook bij de grote vragen aan het eind van het leven speelt dit. Neem de vragen rondom ‘voltooid leven’. Ik ga er trouwens maar even aan voorbij dat dit een wat misleidende, quasi-objectieve aanduiding is voor de gemoedstoestand van mensen die geen positief levensperspectief hebben. De vraag of ruimte geboden moet worden voor hulp bij zelfdoding aan mensen die ‘er klaar mee zijn’ is een vraag die zelfstandige doordenking vraagt. Ook hier zou het dom zijn om de waarde van bescherming van het leven als exclusief christelijke waarde te zien.

De klaroenstoot is indringend gegeven door een breed samengestelde commissie van wijzen, onder leiding van nota bene D66-senator Schnabel. Helder wordt beargumenteerd dat de morele norm van respect voor het leven evenzeer wettelijke verankering vraagt. Dat is volgens Schnabel c.s. nodig om vorm te geven aan de verantwoordelijkheid van de overheid voor bescherming van kwetsbare mensen. Een te grote mate van individuele vrijheid is een bedreiging voor de veiligheid van personen.

VVD’er Lockefeer en D’66 Schnabel verdienen navolging. Niet het reflexmatig afzetten tegen een christelijke moraal heeft de toekomst, net zo min als een verstarde jaren ’60-ideologie. Denk verder! Bescherming van het leven gaat iederéén aan, en dus ons allemaal.

De auteur is voorzitter van de Tweede Kamerfractie van de SGP.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer