Paulusuitleg reformatoren te onkritisch belicht
De bundel ”Reformation Readings of Paul” geeft een mooi inzicht in hoe de brieven van Paulus in de tijd van de Reformatie werden gelezen. Maar de hervormers worden wel erg in bescherming genomen tegen kritiek.
De auteurs van ”Reformation Readings of Paul” willen weerwerk bieden tegen het zogenoemde ”nieuwe perspectief op Paulus”. De aanhangers van dit nieuwe perspectief stellen dat Paulus te veel gelezen is vanuit tegenstellingen die typerend waren voor Luther en zijn tijd, maar die niet passen bij Paulus’ eigen context. Paulus zou geen mensen op de korrel nemen die proberen door goede werken zalig te worden. Hij zou enkel betogen dat de kenmerken die het onderscheid tussen joden en heidenen markeerden, zoals de besnijdenis en spijswetten, hebben afgedaan. Rechtvaardiging betekent dan ook niet meer dat de goddeloze wordt gerechtvaardigd doordat de gerechtigheid van Christus hem wordt toegerekend, maar doordat hij via de doop in Christus is, die in een rechtsgeding van God gelijk heeft gekregen (gerechtvaardigd is).
Verschillende auteurs van deze bundel roeren zich al jaren in het Angelsaksische debat rond het nieuwe perspectief. Dat debat cirkelt begrijpelijk vooral om de vraag wat Paulus bedoelde. In deze bundel echter wordt een andere, originelere invalshoek gekozen: er wordt niet bij Paulus begonnen, maar bij de reformatoren, en dat telkens in twee ronden. Eerst bespreekt een historisch theoloog de Paulusuitleg van een reformator. Daarbij komen de beschikbare bronnen in die tijd naar voren, zoals edities van de Griekse tekst en commentaren van kerkvaders, maar ook de manier van redeneren en enkele kernpunten van de reformatorische exegese.
In een tweede artikel belicht een exegeet vervolgens in hoeverre de exegese van de desbetreffende reformator zich verhoudt tot de tekst van Paulus zelf. De overtuiging die hierachter steekt, is dat de reformatoren verstandige en godvrezende lezers van de Bijbeltekst waren, en dat wij kunnen leren van hun manieren van lezen. Hun commentaren leiden ons terug naar de oorspronkelijke tekst, en de oorspronkelijke tekst laat ons nog eens kijken naar hun commentaren. Dat levert een spannend krachtenveld op.
Hoog niveau
Op deze manier wordt Luthers commentaar op Galaten besproken, Melanchthons Romeinencommentaar en Bucers commentaar op Efeze – hoewel de bespreking van Bucer zich feitelijk vooral op Romeinen toespitst. Van Calvijn worden de commentaren op Korinthe besproken; dat is al iets minder logisch. Maar de vreemde eend in de bijt is Thomas Cranmer. De Engelse reformator heeft geen enkel exegetisch werk nagelaten, waardoor het net plots zo wijd wordt uitgeworpen dat alles wat hij over de brieven van Paulus gezegd heeft, wordt bekeken. Toch zijn de bijdragen over Cranmer waardevol en van hoog niveau, geschreven door experts op dit gebied. Sommige andere auteurs zijn niet echt gespecialiseerd in de reformator die ze bespreken, en dat blijkt helaas soms ook uit de kwaliteit van de bijdragen. De exegeten zijn uiteraard wel op de hoogte van het Paulusonderzoek.
De combinatie van historische informatie en exegetische analyse levert een prettig leesbaar geheel op. Met name de exegetische bijdragen gaan echt het gesprek met de reformatorische exegese aan. De historische bijdragen zijn wat meer inleidend van karakter.
Helaas is de benadering van de meeste auteurs nogal defensief en vooringenomen. Als een reformator een ronduit onjuiste of gebrekkige exegese biedt, wordt de kritiek afgezwakt. Bovendien wordt er geen aandacht geschonken aan de verschillen tussen de reformatoren, terwijl die er wel degelijk zijn. Calvijns visie op rechtvaardiging is bijvoorbeeld veel breder dan alleen de toerekening van Christus’ gerechtigheid: rechtvaardiging is bij Calvijn ook effectief. Dat wil zeggen: er wordt niet alleen iets aan de zondaar toegerekend, maar de zondaar wordt ook daadwerkelijk vernieuwd tot gehoorzaamheid. En dat hangt weer samen met de nauwe band tussen rechtvaardiging en heiliging bij Calvijn: Christus rechtvaardigt niemand, of Hij heiligt hem ook door Zijn Geest.
Greep naar eigen gelijk
Ronduit ongeloofwaardig is de benadering van Gerald Bray in het concluderende hoofdstuk. Tegen aanhangers van het nieuwe perspectief die stellen dat de reformatoren weinig wisten van het jodendom in de tijd van Paulus, brengt Bray in dat de middeleeuwse kerk wel sterk op dat jodendom leek en dat de context van Luther wel erg op die van Paulus leek. Daarmee wist Bray even het onderscheid tussen Israël en de kerk uit en veegt hij alles op één grote historische hoop. Kennelijk acht hij zich ontslagen van de verplichting om zijn standpunt te beargumenteren. Bray stelt ook dat Paulus en Luther op dezelfde geestelijke golflengte zaten, die de grenzen van tijd en ruimte overstijgt. Die theorie van een geestelijke golflengte, die volgens Bray niet specifiek christelijk is, geeft zijn simplistische greep naar het eigen gelijk een magische gloed.
Dat gaat allemaal veel te ver. Natuurlijk hebben de auteurs gelijk als ze stellen dat we niet de eersten en ook niet per se de slimsten zijn die de apostel Paulus lezen. We mogen onze winst doen met de commentaren van reformatoren. Vanwege het humanisme waren ze gericht op de letterlijk-historische betekenis van de tekst, waardoor hun exegetische werken inzichtgevender zijn dan die van een eeuw eerder of een eeuw later. Als een ontdekboek voor reformatorische exegese heeft deze bundel dan ook zijn waarde.
Maar exegetische en theologische kwesties kunnen niet simpelweg met een beroep op historische autoriteiten worden beslecht. Beter hadden de auteurs met de reformatoren kunnen omgaan zoals de reformatoren met de kerkvaders deden: loyaal, maar ook kritisch.
Reformation Readings of Paul. Explorations in History and Exegesis, Michael Allen en Jonathan A. Linebaugh (eds.); uitg. IVP Academic, Downers Grove, Ill., 2015; ISBN 978 0 8308 4091 5; 280 blz.; $ 28,-.