De Dow-Jonesindex stond aan het slot van de handel 1,4 procent hoger op 16.620,66 punten. De S&P 500 steeg 1,5 procent tot 1945,50 punten en de technologiebeurs Nasdaq boekte een koerswinst van 1,5 procent op 4570,61 punten.

De prijs van een vat Amerikaanse olie ging ruim 6 procent omhoog tot 31,48 dollar per vat. Brentolie won meer dan 5 procent tot 34,71 dollar per vat. Oliedenktank IEA voorspelde maandag nogmaals dat de prijs van olie de komende jaren relatief laag blijft. Volgens de onderzoekers groeit het aanbod aan olie onveranderd sterker dan de vraag. Olieconcerns ConocoPhillips en Chevron wonnen tot 4,8 procent aan waarde.

Ook andere grondstofbedrijven zaten flink in de lift. Zo ging aluminiumconcern Alcoa ruim 13 procent omhoog, mijnbouwer Freeport-McMoran won 14,6 procent en staalbedrijf US Steel klom 4,7 procent.

Farmaceut Allergan, die gaat fuseren met Pfizer in een deal ter waarde van 160 miljard dollar, meldde voorbeurs beter dan verwachte resultaten. De producent van Botox ging 3,7 procent omhoog.

Levensmiddelendistributeur Sysco verloor bijna 5 procent na de bekendmaking van de overname van de Britse branchegenoot Brakes Group voor 3,1 miljard dollar inclusief schuld, van investeringsmaatschappij Bain Capital.

Vloerenspecialist Lumber Liquidators had het eveneens moeilijk met een min van bijna 20 procent. Volgens de Amerikaanse gezondheidsdienst CDC zorgen de laminaatvloeren van het bedrijf voor een verhoogde kans op kanker door het gebruik van formaldehyde.

Industrieel concern United Technologies steeg 4,7 procent na berichten dat branchegenoot Honeywell een overnamebod wil doen. Honeywell daalde 2 procent.

Kort na opening van de handel op Wall Street liet marktonderzoeker Markit weten dat de bedrijvigheid in de Amerikaanse industrie deze maand is afgezwakt in vergelijking met januari.

De euro was 1,1027 dollar waard, tegen 1,1023 dollar bij het slot van de Europese beurzen.