Buitenland

Noorse platteland biedt Nederlandse emigranten de ruimte

Noorwegen ontwikkelt zich tot een nieuw emigratieland voor Nederlanders die op zoek zijn naar ruimte en nieuwe uitdagingen. Veel kleine plattelandsgemeentes stellen pogingen in het werk om het aantal inwoners op peil te houden door buitenlanders te werven voor vestiging.

Van onze correspondent
30 March 2004 08:20Gewijzigd op 14 November 2020 01:05

Deze plaatsen kampen met een gestage teruggang van het aantal inwoners. Opheffing dreigt, omdat het economische draagvlak onder de infrastructuur -winkels, culturele en medische voorzieningen- langzaam maar zeker verdwijnt. Nieuwkomers zijn daarom van harte welkom. Met name Nederlanders zijn graag geziene immigranten. Dat hangt samen met het relatief kleine cultuur- en taalverschil. De Noren gaan ervan uit dat de Nederlanders niet komen om passief te wachten tot ze iets krijgen aangeboden, maar hun werk meenemen of dat ter plaatse zelf creëren.

In Nederland is er een duidelijke markt voor het Noorse aanbod. Dat bestaat behalve uit ruimte ook uit veel natuur, een schoon milieu en fraaie landschappen. De emigratiestroom richting Noorwegen is de afgelopen jaren inderdaad aardig op gang gekomen. Het lijkt erop dat dit voorlopig zo blijft.

De werving is sinds een jaar gesystematiseerd door een bemiddelings- en informatiebureau, dat is opgezet door de Nederlander Gert Rietman. Hij heeft zich gevestigd in het West-Noorse plaatsje Stordal, hoofddorp in de gemeente Møre en Romsdal. Stordal en zo’n zeven andere gemeentes zijn met het bureau een overeenkomst aangegaan. Rietman verplicht zich daarin bij Nederlanders zo veel interesse te wekken voor een nieuwe bestaan op het Noorse platteland, dat ze het erop durven wagen. Stordal heeft dit jaar tegen de 3000 euro uitgetrokken voor de werving.

Rietman zet zich in met het verstrekken van informatie over de mogelijkheden en neemt ook de begeleiding op zich van de mensen die de stap hebben gemaakt. Belangrijk middel bij de werving zijn voorlichtingsbijeenkomsten in Nederland. Er is ook een uitvoerige internetsite beschikbaar (norsk.nl). „De voorlichtingsbijeenkomsten worden door duizenden belangstellenden bezocht en de website heeft gemiddeld 50.000 bezoekers per maand”, vertelt Rietman, die een enorme onvrede met de gang van zaken in Nederland constateert bij de emigratielustigen. „Dat mag echter niet de voornaamste drijfveer zijn.”

Rietman beseft dat de Noren waar voor hun geld verwachten. „Ik beloof op basis van een overeenkomst dat er binnen een jaar een bepaald aantal mensen komen. Als achteraf zou blijken dat de doelstelling niet is gehaald, zetten we de werving gratis voort. Het is tenslotte overheidsgeld waar je mee werkt. Als we dingen beloven zonder ze waar te maken, zou het ook gauw afgelopen zijn met het bureau.”

Het ziet ernaar uit dat nog meer gemeentes de diensten van het bureau gaan benutten. De interesse blijkt inmiddels te zijn overgeslagen naar Zweden. „Daar heeft zich eveneens een plaats aangediend, in het midden van het land”, aldus Rietman.

De Noorse gemeenten die naar nieuwe inwoners snakken, zijn lang niet altijd locaties in exotische streken ver boven de poolcirkel. Op één na liggen al de projectgebieden eerder in het zuidelijk deel van het land dan in het hoge noorden. Het van de visserij levende eiland Vengsøya is wat dat betreft de enige uitzondering. Vengsøya heeft nog maar tachtig inwoners, maar het wil graag naar de honderd, en wel via het aantrekken van vissersgezinnen met kinderen. „Voor dit eiland is het echt een kwestie van erop of eronder. Lukt het niet om meer mensen te krijgen, dan kan de gemeenschap niet voortbestaan.”

Rietman ontkent dat de roep om nieuwe inwoners in heel Noorwegen voorkomt. De vraag naar instroom beperkt zich heel sterk tot kleinere kernen op het platteland, die veelal behoefte hebben aan een nieuwe populatie van enkele tientallen personen. Noorwegen is in dat opzicht niet te vergelijken met de bekende immigratielanden Canada en Australië.

Van de landelijke overheid zijn zeker geen initiatieven te verwachten op het gebied van de werving van nieuwe inwoners. Het asielbeleid is minstens even strikt als in Nederland en verblijfsvergunningen aan mensen van buiten de EU, voor wie het principe van de vrije vestiging niet geldt, worden hooguit in uitzonderingsgevallen verstrekt. EU-burgers krijgen bovendien ook alleen een verblijfsvergunning als ze werk hebben of dat binnen drie maanden vinden. Ook moet men aan bepaalde financiële vermogenseisen voldoen.

Wel mikt de landelijke politiek erop dat het platteland -”Districts-Noorwegen” in overheidstermen- bevolkt blijft. Om die reden wordt de landbouw ook sterk gesubsidieerd en de invoer van veel goedkopere agrarische waren uit de EU tegengehouden door hoge importheffingen. De landbouw is er de belangrijkste oorzaak van dat Noorwegen formeel nog geen lid is van de EU, hoewel het via het verdrag van de Europese Economische Ruimte in de meeste opzichten wel gewoon meedraait.

Het totale aantal Nederlandse staatsburgers in Noorwegen was per 1 januari -na een groei met 3 procent vorig jaar- volgens de officiële statistieken van de rijksoverheid opgelopen tot 3950. Waar die wonen, staat er overigens niet bij. Met dit aantal bezetten zij op de ranglijst van buitenlanders een zeventiende plaats, ver na de Zweden en Denen die de eerste plaatsen innemen, maar nog net voor de Turken, die na een groei met 30 personen bleven steken op 3450.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer