Hof laat belediger prins vrijuit gaan
Het gerechtshof in Amsterdam vindt het „vergeeflijk” dat de 45-jarige D. R. P. prins Willem-Alexander in 2002 heeft beledigd.
Het hof ontsloeg hem maandag van alle rechtsvervolging omdat P. „geen weerstand kon bieden aan zijn psychische drang.” De politierechter veroordeelde hem vorig jaar tot een boete van 250 euro, maar P. ging in beroep omdat hij vond dat hij zijn mening moest kunnen uiten.
P. stond op 1 februari 2002, een dag voor het huwelijk van de kroonprins met Máxima Zorreguieta, op de Dam met een sandwichbord en bijbehorende pamfletten. Hij vroeg daarmee aandacht voor de slachtoffers van het vroegere dictatoriale regime in Argentinië. P. had de wreedheden van het schrikbewind van nabij meegemaakt. In de tekst op het bord en de pamfletten noemde hij de kroonprins „dom” en het bruidspaar „bedorven en amoreel.”
P. ergerde zich aan de publiek gedane, relativerende uitlatingen van Willem-Alexander over de rol van diens schoonvader, Jorge Zorreguieta, in het regime van de voormalige Argentijnse president Videla. Vooral het feit dat de kroonprins het kritische rapport hierover van prof. M. Baud bestempelde als „een mening” had hem gekrenkt. P., afkomstig uit Uruguay, verzamelde bewijzen van de misdrijven van de Argentijnse junta en vluchtte daarmee in 1980 naar Nederland.
De politierechter toonde eerder volop begrip voor de behoefte van P. om een proteststem te laten horen, maar vond dat hij te ver ging door de formuleringen in zijn pamfletten. De tekst ging gepaard met foto’s van schedels en van dode en gemartelde lichamen.
Het hof oordeelde dat P. prins Willem-Alexander wel opzettelijk had beledigd. Dat P. in beledigende zin was doorgeschoten, was volgens het hof echter te wijten aan zijn gevoelens van verzet en onmacht. „Door de reacties van de kroonprins voelde P. zich zeer geraakt en gekrenkt, mede door zijn eigen verbondenheid met de regimeslachtoffers. Hij wilde dat zijn protest werd gehoord, maar zag langs de geëigende wegen daartoe geen mogelijkheid. Daardoor kwam hij in een voor hem acute drangsituatie te verkeren”, aldus het hof.