Joodse graftombes in Irak houden gemoederen bezig
AL-KIFL. Nadat het Amerikaanse leger in 2003 in Irak het regime van Saddam Hussein omver had geworpen, trok de plaats al-Kifl al snel de aandacht van meegereisde kunsthistorici. Volgens de traditie bevindt zich daar, zo’n 130 kilometer ten zuiden van Bagdad, de graftombe van de profeet Ezechiël.
Tot 1948 woonde er een grote Joodse gemeenschap in al-Kifl en haar synagoge behoorde tot de oudste ter wereld. Volgens sommige bronnen is hier zelfs ruim 2600 jaar onafgebroken de Joodse eredienst gevierd.
Nadat in 1948 de voltallige Joodse gemeenschap uit al-Kifl werd verdreven, zorgden leden van de lokale Bani Hassan-stam voor de tombe van Ezechiël. Amerikaanse onderzoekers ontdekten in 2003 dat het graf met bijbehorende synagoge vrijwel volledig intact waren en ze konden overal Hebreeuwse inscripties bewonderen. Gehoopt werd daarom dat graven zoals dat van Ezechiël konden helpen om op religieus gebied in vrede samen te leven.
In 2010 echter bleek dat de plaatselijke sjiitische autoriteiten andere plannen hadden. Ze kondigden een grondige restauratie aan van de graftombe van Ezechiël. In Joodse media verschenen echter alarmerende berichten dat deze „restauratie” feitelijk tot doel had om in al-Kifl alle verwijzingen naar het Jodendom uit te wissen. Hebreeuwse inscripties zouden worden verwijderd en op het graf van Ezechiël zou een sjiitische moskee worden gebouwd. Joodse organisaties zetten een campagne op, waarin de werelderfgoedorganisatie Unesco gevraagd werd om dit Joodse heiligdom te redden. Volgens de sjiitische autoriteiten is de graftombe van Ezechiël echter een islamitisch heiligdom.
Op dit moment worden de laatste christenen uit Irak verdreven, zonder dat dit veel emoties lijkt op te roepen in de Iraakse samenleving. Meer dan een halve eeuw nadat de Joden Irak gedwongen verlieten, blijkt deze Joodse aanwezigheid van weleer de gemoederen in Irak echter nog steeds bezig te houden. Joodse profeten zoals Ezechiël en Ezra werden in het huidige Irak begraven. Ze worden ook in de Koran als profeten erkend en hun graven werden door de eeuwen heen door moslims bezocht en vereerd.
Joodse kwestie
Hoezeer deze „Joodse kwestie” in Irak leeft, blijkt bijvoorbeeld uit vaak tegenstrijdige uitspraken van sjiitische geestelijken. De invloedrijke Muqtada al-Sadr verklaarde in april 2013 dat Irak het vaderland was van alle Irakezen en dat dit ook gold voor de Joden die daar vroeger woonden. Ze waren weer welkom in Irak. Veel Irakezen betuigden indertijd hun instemming met deze woorden.
De radicale geestelijke Kazem al-Hairi gaf daarentegen een fatwa uit waarin hij opriep tot het doden van Joden die eventueel van plan zouden zijn om in Irak eigendommen te kopen.
Het Joodse volk is weliswaar uit Irak vertrokken, maar de graven van de profeten zijn nog steeds aanwezig op Iraakse bodem. Dit verklaart wellicht de groeiende gevoelens van nostalgie bij vooral Iraakse intellectuelen naar de tijd dat veel Joodse medebewoners vaak belangrijke bijdragen leverden aan de Iraakse staat en samenleving.
Lees ook:
Bijbelse graven, Reformatorisch Dagblad (23 juli 2014)