Geraakt door foto met „intens verdrietige” moeder
NIEUWEGEIN. „Meneer, beseft u wel wat u deed? Weet u wat het met je doet als je de dood in de ogen kijkt?” Die opmerking van een getraumatiseerde vrouw, slachtoffer van een misdrijf, brak overvaller Reynaldo Adames (31) uit Schiedam.
„De vrouw sprak met bibberende stem. Het was alsof mijn eigen moeder me aankeek. Voor het eerst voelde ik me schuldig”, vertelde Adames donderdag in de gevangenis van Nieuwegein. De jongeman ontmoette de getraumatiseerde vrouw tijdens een rondleiding toen hij vastzat in de gevangenis. „Ik werd door haar opmerking geconfronteerd met mijn eigen daden. Ik kreeg het moeilijk. Ik dacht bijvoorbeeld aan een opmerking van een vrouw tegen wiens hoofd ik een vuurwapen had gehouden. „Meneer, maak me niet dood. Mijn man wacht thuis op mij”, zei ze. Voorheen vond ik mezelf geen dader. Als een officier van justitie zei dat de samenleving geschokt is, deed me dat niks. Ik had geen band met die samenleving.”
In de Nieuwegeinse bajes was donderdag de afsluiting van de zogeheten herstelestafette, georganiseerd door de Dienst Justitiële Inrichtingen en Slachtoffer in Beeld, een organisatie die daders en slachtoffer met elkaar in contact brengt. Sinds eind 2014 waren er in alle 25 gevangenissen ”dagen van herstel”. Daar kregen 1100 medewerkers en 500 gedetineerden voorlichting over de mogelijkheden van een slachtoffer-dadercontact. Doel van zo’n herstelbemiddeling is bijvoorbeeld dat een dader zijn excuus aanbiedt. Zo’n 150 gevangenen meldden zich sinds eind 2014 aan voor zo’n bemiddeling.
Adames, die met enkele kompanen gewapende overvallen pleegde en 6,5 jaar cel kreeg, sprak onder begeleiding van Slachtoffer in Beeld met diverse van zijn slachtoffers. „Dan merk je hoeveel impact een overval heeft. Van een vrouw die we hadden overvallen, hoorde ik dat ze ziek was geworden.”
Ventje
Jack Keijzer ging vorig jaar in gesprek met een van de moordenaars van zijn zoon Pascal. De 16-jarige jongen werd in 2007 om het leven gebracht door twee mannen.
Het gesprek deed Keijzer goed. „Tijdens de rechtszittingen was de proceshouding van de daders tenenkrommend. Ik vroeg ik me af of de mannen wel inzagen wat ze ons hebben aangedaan. Pascal is op een vreselijke manier vermoord. Een van de daders reed met een auto over zijn lichaam. Ik heb me jaren afgevraagd: Waaróm vermoorden twee mannen zo’n ventje? Tijdens het dader-slachtoffergesprek vertelde de drugsverslaafde dader dat hij dat niet wist. Hij herinnerde zich nauwelijks iets van het drama. Voor mij kwam toen helderheid: ik zal nooit weten waarom de mannen die misdaad pleegden. Ik probeer die vraag dan ook uit mijn systeem te wissen.”
Keijzer confronteerde de dader met het leed bij de nabestaanden. „Ik vertelde hoe afschuwelijk het was toen we het lichaam van onze zoon in het mortuarium in Hoorn zagen. Het leven van mijn moeder stopte eigenlijk na de dood van haar kleinzoon Pascal. Ze ging volop roken. Ook liet ik de dader een foto zien waarop mijn vrouw staat tijdens een herdenkingsdag. Op die foto kijkt mijn vrouw ongekend verdrietig. De dader was geëmotioneerd. Hij hield die foto een tijdje vast.”
Keijzer is ervan „overtuigd” dat de moordenaar tijdens het gesprek „werkelijk spijt” betuigde. „Hij las een spijtbrief voor; een mooi verhaal. De tranen liepen over zijn wangen.”
Directeur Ton Golstein van de gevangenis in Nieuwegein bezocht enkele dagen van herstel. Het verheugt hem dat 150 gedetineerden zich aanmeldden voor herstelbemiddeling. „Als slachtoffers vertellen hoe een misdrijf hun leven kapotmaakt, knaagt dat vaak aan daders. Nee, zeker niet iedere gedetineerde heeft interesse in slachtoffer-dadercontact. Maar als één gevangene door zo’n traject tot inkeer komt, is dat pure winst.”
Moordenaar geraakt door foto met „intens verdrietige” moeder