Dat zou de kerkelijke eenheid een „nieuwe impuls” kunnen geven, schrijft deputaat dr. D. J. Steensma uit Veenwouden in het donderdag verschenen Kerkblad voor het Noorden.

De bedoeling is dat eenmaal per jaar een zogenoemde gastheerclassis vertegenwoordigers van gereformeerde kerken uit haar ressort uitnodigt. „Zo ontstaat een ontmoeting tussen kerken die de Schrift aanvaarden en de daarop gegronde gereformeerde belijdenis. Een dergelijk convent zou een oefenplaats van katholiciteit kunnen zijn.”

Deputaten denken dat een classisconvent ook zal bijdragen aan de onderlinge samenhang in de CGK. Daardoor kunnen „uiteenlopende voorkeuren van kerkenraden voor oecumenische contacten met elkaar in balans” worden gebracht.

Het deputaatschap vindt dat gereformeerde belijders hun missionaire en diaconale krachten moeten bundelen. „Nederland is een zendingsland geworden. Een convent kan een teken zijn dat kerken niet alleen de liefde prediken, maar die liefde ook in praktijk willen brengen.” Voorbeeld is het 16e-eeuwse convent van Wezel, waar vluchtelingengemeenten elkaar ontmoetten en bemoedigden.

Deputaten willen het voorstel, dat is ontstaan binnen de kring van het Contactorgaan Gereformeerde Gezindte (COGG), voorleggen aan de generale synode die dit jaar plaatsvindt. Het ligt nu ter bespreking op de classisvergaderingen die de komende weken worden gehouden.