Neem kennis van andere godsdiensten
Waarom zou je als christen andere religies en godsdiensten moeten bestuderen als je ervan overtuigd bent dat het christelijk geloof waar is? Waar blijft waar, wie je ook voor je hebt en waar je ook bent.
JA
Waarom zou je het jezelf moeilijk maken door kennis te nemen van ideeën over God en de hogere werkelijkheid waarvan je gelooft dat ze niet waar zijn? Je kunt je veel beter richten op datgene wat tot opbouw is van je eigen godsdienst. Van het bestuderen van ketterijen kun je niet wijzer worden.
Bovendien krijg je gemakkelijk sympathie voor aanhangers van andere godsdiensten, als je hen ontmoet. Het wordt lastig om verschillen aan de orde te stellen en ongemerkt sluipt de relativering binnen. Je krijgt gaandeweg begrip voor hun denkbeelden. In Europa en de Verenigde Staten is het algemeen gangbaar om te verkondigen dat alle religies even mooi zijn en even waar. Er zijn dan ook diverse voorbeelden te geven van godsdienstwetenschappers die afvielen van hun oorspronkelijke geloof. Huston Smith bijvoorbeeld, een zoon van een zendeling en schrijver van het boek ”De wereldreligies”, waarvan er meer dan 2 miljoen verkocht zijn.
NEE
De bovenstaande beweegredenen, ofschoon erg ik-gericht, klinken aannemelijk. Toch is het voor christenen nuttig en noodzakelijk om andere religies en godsdiensten te bestuderen. Allereerst omdat de ene God van de christenen ook de God van alle volken is. God onderhoudt alle schepselen door de kracht van Zijn Geest. Alle mensen, welke religie of godsdienst zij ook aanhangen, waar ze ook vandaan komen, zijn eigendom van de ene soevereine God. En al deze mensen bezitten een aangeboren impuls om te zoeken naar het allereerste begin van hun leven en de betekenis ervan. Een christen die niet geïnteresseerd is in de levensvragen en -antwoorden van anderen, negeert deze gemeenschappelijke basis en doet daarmee tekort aan de reikwijdte van Gods bemoeienis met deze wereld.
Achter het negeren van deze realiteit ligt nog een dieper tekort verborgen. Wat gebeurt er als ik mijn godsdienst losmaak van de schepping en de zorg van de ene God en Schepper van de gehele wereld? Ik sta dan alleen met mijn eigen beschouwingen. Mijn godsdienst wordt iets van mijzelf alleen, van mijn groep, van zijn aanhangers. Dan verdwijnt de grond onder mijn voeten om anderen aan te spreken op een gezamenlijke afkomst. En daarmee is de basis gelegd voor een strijd om het eigen gelijk, een spelletje van welles en nietes. Zending is in dat geval geen boodschap meer, geen Evangelie aan verlorenen, maar een verdediging van de eigen overtuiging. Missioloog J. H. Bavinck heeft eens geschreven dat wanneer we zending losmaken van de schepping, er geen basis meer is voor het zendingsmandaat in Mattheüs 28.
Er is nog een praktische reden waarom bestudering van andere religies onmisbaar is. Om met anderen in gesprek te komen, moet er een gemeenschappelijke basis zijn van taal en begrippen. Zonder deze basis faalt alle communicatie. Hier wringt het vaak, want taal is geen wiskunde waarbij de formules over heel de wereld hetzelfde zijn.
Tussen gesproken taal –waarbij intonatie en dergelijke invloed hebben– en geschreven taal zit al een fors verschil. Maar als daar een andere cultuur bij komt, wordt het nog ingewikkelder. Om met medeschepselen in gesprek te gaan moet ik me daarom grondig verdiepen in de gebruikte religieuze woorden en begrippen en wat men daarmee bedoelt. Daarvoor is een Google Translate niet genoeg. Ik moet de ander ontmoeten om erachter te komen dat achter de woorden voor God, heilig, eeuwig, zonde voor een boeddhist, een moslim, een hindoe, een taoïst, óf bijna dezelfde, óf totaal andere voorstellingen schuilgaan. Na Babel is er geen overal geldig gebruik van woorden en begrippen meer.
Om gestalte te geven aan haar belangrijkste roeping, namelijk het bekendmaken van het Evangelie aan alle volken, kan de kerk niet zonder kennis van andere godsdiensten. De liefde tot die ene God geeft de christen liefde tot al de schepselen en een ijver om hun levensgevoel en voorstellingen te peilen. Niet om te vervallen in een oppervlakkig gekeuvel dat alle godsdiensten wel gelijk zijn, maar om ze op God te beoordelen en hen heen te wijzen naar Christus, Die gezegd heeft: „Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Niemand komt tot de Vader dan door Mij.” Hoe meer je als christen thuis bent in de godsdienstwetenschappen, hoe beter je berekend bent op je roeping in deze wereld.
DUS
Onderwijsgevenden en ambtsdragers in de gemeente moeten meer weten dan een gemiddeld gemeentelid. Verder zijn niet alle godsdiensten tegelijkertijd relevant. In de Nederlandse context is vooral kennis over de islam van belang, zeker met de huidige stroom vluchtelingen. Toch geldt: hoe meer je als christen thuis bent in andere godsdiensten, hoe beter je berekend bent op je roeping in deze wereld.
Dr. J. H. van Doleweerd, missioloog en theologisch docent.