‘Kiev’ overleeft motie van wantrouwen
MOSKOU. De regering in Oekraïne heeft dinsdag een motie van wantrouwen overleefd. De motie kreeg de steun van 194 parlementariërs, maar er waren 226 stemmen nodig om de regering naar huis te sturen.
President Petro Porosjenko had voorafgaand aan de stemming een beroep op premier Arseni Jatsenjoek gedaan om op te stappen. De president zei dat er een „totale herschikking” van het kabinet nodig was, maar dat hij de regeringscoalitie wel wilde behouden, om vervroegde verkiezingen te voorkomen. Daar zijn de president en de premier namelijk allebei niet bij gebaat, gezien de slechte vooruitzichten voor hun partijen in de peilingen.
Porosjenko heeft ook de procureur-generaal Viktor Sjokin naar huis gestuurd. Jatsjenjoek en Sjokin worden al geruime tijd bekritiseerd omdat ze belangrijke hervormingen op de lange baan zouden schuiven en te weinig zouden doen tegen de enorme corruptie die het land van ruim 45 miljoen inwoners teistert.
De partijen van Porosjenko en Jatsenjoek maken allebei deel uit van de regeringscoalitie. Porosjenko hoopte dat het vertrek van de premier een kans biedt om een nieuwe regering te vormen met dezelfde coalitiepartners en zonder verkiezingen te houden.
Vorige week klaagde directeur Christine Lagarde van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) steen en been over Oekraïne. Lagarde zei dat de hulp van het IMF aan het land in gevaar komt als er niets gedaan wordt. Ze is bezorgd over belangenverstrengeling bij de beleidsmakers. Oekraïne loopt volgens haar het risico terug te vallen naar „het patroon van falend economisch beleid” dat het land heeft geplaagd.
Oekraïne houdt intussen Russische vrachtwagens bij de grens tegen in reactie op eenzelfde maatregel door Rusland. Dat liet Jatsenjoek maandag weten.
De diplomatieke en handelsbetrekkingen tussen Rusland en Oekraïne zijn verbroken sinds de Russische annexatie van de Krim en het conflict met pro-Russische separatisten in Oekraïne. Het conflict treft nu ook het goederenvervoer over de weg.