„Straks loopt er bijna niemand meer met down op straat”
DEN HAAG. Als minister Schippers van Volksgezondheid straks de Niet-Invasieve Prenatale Test (NIPT) inderdaad algemeen laat aanbieden, gaat Nederland IJsland en Denemarken achterna. Daar worden 100 en 98 procent van de ongeboren kinderen met down geaborteerd. „Dan loopt in Nederland bijna niemand met down meer op straat.”
Dat zegt activiste Renate Lindeman (49) van DownPride. Deze organisatie biedt dinsdagmiddag het zwartboek ”Alle mensen zijn ongelijk en gelijkwaardig” aan de vaste Kamercommissie voor volksgezondheid aan.
In het ruim zeventig bladzijden tellende zwartboek doen ruim 140 gezinnen met een gezinslid met down een boekje open over het onbegrip van de buitenwereld, de „leuke, soms kwetsende” aandacht van de Nederlandse media voor down, en „altijd onwetende” reacties van de omgeving.
„Als de overheid de NIPT-test algemeen gaat aanbieden, is er al helemaal geen sprake meer van vrije keuze om je kind met down geboren te laten worden”, stelt Lindeman. Zij emigreerde vorige zomer vanwege de onplaatsbaarheid van haar twee dochters met down in het Nederlandse onderwijs naar Canada, waar beiden een plaats kregen in het normale onderwijs.
Waarom hebben ouders van een ongeboren kind met down volgens u geen vrije keuze?
„Omdat zij tijdens de zwangerschap veel onjuiste en sturende informatie krijgen: de kinderen ervaren veel leed, zijn ongelukkig en de ouders hebben het zwaar.”
Waarom noemt u abortuscijfers van 100 en 98 procent beschamend?
„Ik vind het beschamend dat de overheid onder de noemer van gezondheid discriminatie op grond van genen toestaat, waardoor dit soort getallen mogelijk wordt. Ik vind het ook beschamend dat deze samenlevingen geen grote verontwaardiging tonen.
In IJsland is de NIPT in 2000 ingevoerd. Dat heeft geleid tot 100 procent abortussen op kinderen bij wie down is vastgesteld. In Denemarken gebeurde de invoering een paar jaar later en ligt het percentage op 98.
In Nederland is de prenatale selectie gedurende veertig jaar sluipenderwijs uitgebreid. Hier ligt het percentage abortussen op kinderen met down al tussen de 74 en de 94 procent. Al zal Nederland door de aanwezigheid van christenen die tegen abortus zijn geen 98 procent halen.”
DownPride bood het zwartboek alleen aan. Waarom zonder de christelijke organisaties die vorig jaar ook meededen aan de petitie #andersnietminder?
„Dat was een heel mooi initiatief, maar werd helaas doodgezwegen door de reguliere pers. Door de deelname van christelijke organisaties is die petitie in de hoek van pro-life gezet, „en daarmee gaan we niet in discussie”, wordt er dan gezegd.
Het zwartboek is een actie van onszelf. Daarin staan ervaringen van zo’n 140 christelijke en niet-christelijke gezinnen. Wij benaderen prenatale screening vanuit het perspectief van mensenrechten. Mensen mogen niet worden gediscrimineerd omdat ze een ander gen hebben.
Selectieve abortus wordt vaak gezien als vrouwenrecht. Maar het feminisme leert juist dat mensen gelijkwaardig zijn. Dus ook mensen met en zonder down. Selectieve abortus geeft een negatief waardeoordeel over mensen.
Wij willen de internationale petitie op 21 maart, Wereld Downsyndroom Dag, aanbieden aan VN-topman Ban Ki Moon. De VN moeten ernaar gaan streven genetische selectie uit het (inter)-nationale gezondheidsbeleid te verwijderen. Aan die petitie doet ook het Nederlandse Platform Zorg voor het Leven mee.”
En, ervaart u als moeder van twee dochters met down veel leed?
Lachend: „Dat leed is er dus niet. Mijn man Jos, onze dochters April (12) en Hazel (10), onze zoon Olav (6) en ik vormen een heel gelukkig gezin. Hooguit hebben onze dochters wat meer hulp nodig dan anderen.”