Adam en Christus
Romeinen 5:18
„Zo dan, gelijk door één misdaad de schuld gekomen is (…) alzo ook door één rechtvaardigheid komt de genade (…)”
De heerlijke rede van de heilige Paulus waarin alles op treffende wijze wordt uiteengezet, krijgt hier een plaats. Zo spreekt hij daarover in Romeinen 5:12-21. Uit deze woorden van Paulus blijkt ten duidelijkste wat is gezegd, dat namelijk de wet gegeven is opdat men de zonde zou leren kennen. En tegelijk leren wij daaruit dat de wet niet meer vermag dan de gerechtigheid van Christus, waardoor wij gerechtvaardigd worden bij God. Want gelijk Christus machtiger is dan Adam, zo vermag Zijn gerechtigheid meer dan de zonde van Adam. Wanneer nu die zonde genoegzaam was om ons te maken tot zondaren en kinderen des toorns zonder enig door onszelf gepleegd misdrijf, zo zal de gerechtigheid van Christus nog veel toereikender zijn om ons rechtvaardig te maken en kinderen van de genade te doen worden zonder enig eigen goed werk. Dat ook nooit goed zijn kan wanneer wij niet, voor wij het doen, zelf goed zijn geworden en gerechtvaardigd door het geloof, iets wat ook door Augustinus bevestigd wordt. Hieruit volgt in welk een grove dwaling die mensen verkeren die om de wil van een of andere zware zonde in hun vertrouwen op de goedheid en liefde van God wankelen, daar zij ten onrechte menen dat Hij niet iedere zonde, hoe zwaar ook, zou kunnen kwijtschelden en vergeven.
Benedetto Fontanini,
reformator te Mantua
”De weldaad van Christus” (1543).