Lam Gods
Johannes 1:29
„Zie, het Lam Gods dat de zonde van de wereld wegneemt.”
Wanneer wij onze krankheid door de wet hebben keren kennen en erkennen, wijst Johannes de Doper ons op de meest liefdevolle Geneesheer, als hij zegt: „Zie het Lam Gods dat de zonde van de wereld wegneemt” (Johannes 1:29).
Hij is het Die ons verlost van het zware juk van de wet, daar Hij haar vloek en zware bedreigingen teniet maakt (Galaten 3:13). Hij is het die onze krankheden heelt en ons vrijmaakt (Johannes 8:32), terwijl Hij ons terugbrengt tot de staat van de onschuld en het beeld Gods in ons hernieuwt. Want, zoals Paulus zegt: „Gelijk ze allen in Adam sterven, alzo zullen ze ook in Christus allen levend gemaakt worden” (1 Korinthe 15:22).
Men wane intussen niet, dat de zonde die wij van Adam hebben overgeërfd, krachtiger is dan de gerechtigheid van Christus, die eveneens door het geloof op ons is overgegaan. Het moge de schijn hebben, alsof de mens zich niet recht beklagen kon, dat hij buiten zijn schuld in zonden ontvangen en geboren wordt, en dat hij delen moet in de gevolgen van de ongehoorzaamheid van zijn stamouders, waardoor de dood heerst over alle mensen. Dat schijnbaar recht tot klagen is geheel vervallen.
Want op dezelfde wijze, zonder enige verdiensten onzerzijds, krijgen wij deel aan de gerechtigheid van Christus, is de dood vernietigd en het eeuwige leven door Hem voor ons verworven. De heerlijke rede van de heilige Paulus waarin dat alles op treffende wijze wordt uiteengezet, krijgt hier een plaats.
Benedetto Fontanini, reformator te Mantua
(”De weldaad van Christus” 1543)