Defensie wil af van fossiele brandstoffen
DEN HAAG (ANP). Defensie wil het gebruik van fossiele brandstoffen zoals olie en gas flink afbouwen. Het militair materieel heeft steeds meer brandstof nodig en dat zorgt voor problemen tijdens operaties, schrijft minister Jeanine Hennis (Defensie) in haar maandag gepubliceerde Operationele Energiestrategie.
De afhankelijkheid van deze brandstof beperkt de langdurige inzet van de eenheden. Het transport ervan kost verder veel mankracht en inspanning. De aanvoerlijnen van brandstof zijn bijvoorbeeld relatief makkelijke doelwitten en grote aantallen militairen zijn nodig voor de beveiliging.
Hennis streeft ernaar de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen in 2030 met zeker 20 procent te verminderen ten opzichte van 2010. Twintig jaar later moet dat percentage zelfs gestegen zijn tot 70 procent en moeten kampementen van het leger volledig duurzaam zijn op energiegebied.
In 2010 gaf het ministerie 86,8 miljoen euro uit aan diesel, vliegtuig- en scheepsbrandstof bedoeld voor onder meer training en inzet van eenheden. Dit bedrag zou nog veel hoger zijn geweest als ook zaken als beveiliging en opslag meegerekend zouden worden.
Op korte termijn denkt Hennis de grootste winst te kunnen boeken door duurzame energie in kampementen te gaan gebruiken. Verder richt ze zich op besparende maatregelen, efficiënter gebruik van fossiele brandstoffen en moet het defensiepersoneel bewuster met energie omgaan.
De grootste besparing moet toch komen door technologische vernieuwingen waardoor wapensystemen veel minder brandstof nodig hebben of op duurzame energie gaan draaien. Dat zal pas na 2030 „structureel zichtbaar” worden, denkt Defensie.