„Geen activisme maar ook geen lijdelijkheid”
Het convent van kerkenraden, een initiatief van het Comité tot behoud van de Nederlandse Hervormde Kerk, is zaterdag voor de tweede maal bijeengekomen. De ongeveer 700 hervormde ambtsdragers, die niet meewillen in de Protestantse Kerk in Nederland, werden opgeroepen standvastig te zijn als vastigheden in kerk en samenleving verdwijnen. „We moeten ons hoeden voor activisme enerzijds, maar ook voor lijdelijkheid anderzijds”, klonk het in de Lunterse Bethelkerk.
De plaatselijke predikant ds. A. J. Schalkoort stond stil bij de woorden uit 1 Korinthe 15:58: „Zo dan, mijn geliefde broeders! Zijt standvastig, onbewegelijk, altijd overvloedig zijnde in het werk des Heeren, als die weet, dat uw arbeid niet ijdel is in de Heere.” Standvastigheid is geen karaktereigenschap, noch star conservatisme, aldus de predikant. „Het gaat altijd tegen ons eigen vlees en bloed in. Deze onbeweeglijkheid wordt gevraagd wanneer het gemakkelijker is om zich mee te laten nemen. Wanneer echter Gods eer en het heil van de kerk in het geding zijn, is het onze roeping om niet te wijken.”
Dagvoorzitter ds. K. ten Klooster zette in het kort uiteen waarom bezwaarde hervormden geen deel kunnen uitmaken van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN). Daarbij ging hij ook in op het convenant van Alblasserdam. De hervormde predikant uit Ridderkerk zei in dit verband dat „ook met het convenant er een einde komt aan de Nederlandse Hervormde Kerk en de PKN wordt geaccepteerd.” Mensen die een andere mening hebben gekregen ten aanzien van de PKN dienen volgens ds. Ten Klooster „te vrezen voor een tweede vergissing” en kregen van hem het advies „zich uiterst terughoudend op te stellen in het uitdragen van deze overtuiging.”
Ds. J. L. Schreuders, predikant in Aalst en tot voor kort hervormd synodelid, sprak over de commissie van bijzondere zorg. Hij wees erop dat deze „een kerkrechtelijke nieuwigheid” is. De bevoegdheden van deze commissie zijn volgens hem nergens duidelijk omschreven. „Toch acht ze zich tot veel zaken bevoegd. De kerk trekt op deze wijze veel te veel macht ten aanzien van beheerszaken naar zich toe.”
De commissie van bijzondere zorg doet volgens ds. Schreuders recht aan degenen die wel meegaan en houdt slechts rekening met hen die buiten de PKN blijven. „Bovendien kan deze commissie slechts regelingen treffen voor degenen die toegeven dat zij zich afscheiden van de Nederlandse Hervormde Kerk. Dit maakt het gesprek met deze commissie heel moeilijk.”
Ds. R. van Kooten ging onder meer in op vragen van ambtsdragers die zeiden door hun kerkenraad onder druk te worden gezet. Bij sommigen zou sprake zijn van dreiging met schorsing. De predikant uit Soest maakte duidelijk dat „de kerkenraad deze bevoegdheid niet heeft” en dat men „zich niet moet laten intimideren.”
Ds. A. Vlietstra ging in op de „ontzaglijke gebrokenheid van het kerkelijk leven na 1 mei.” Hij wees er daarbij op dat „de kerk geen regelingen heeft getroffen voor hen die in hun geweten bezwaard zijn om de PKN in te gaan.” Omdat Gods Woord leert dat alle dingen met orde moeten geschieden, is het volgens hem „bittere noodzaak om in de noodsituatie bepaalde noodmaatregelen te nemen.” Daarbij deelde hij mee dat alleen die maatregelen worden genomen die nodig zijn om het kerkelijk leven niet te blokkeren.
De predikant uit Katwijk aan Zee pleitte ervoor „de nood van de noodsituatie duidelijk tot uitdrukking te laten komen en deze situatie niet te snel op te heffen.” Daarbij sprak hij de wens uit dat „al deze maatregelen niet genomen hoeven te worden.”
Eerder stond in het orgaan van het Comité, ”Om de Hervormde Kerk”, dat de eerste vergadering van een noodclassis waarschijnlijk 1 mei zal plaatshebben. Het convent van kerkenraden kwam begin februari voor de eerste keer bijeen in Elspeet.