Abortus om financiën in Nederland nog steeds omstreden
DEN HAAG. Kiezen voor een abortus vanwege financiële redenen geldt in Nederland ruim dertig jaar na de abortuswet nog steeds als controversieel.
Dat blijkt uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Het SCP onderzocht sinds 1991 vijf keer of het draagvlak voor abortus mede afhangt van de reden voor de ingreep. Voor het laatst gebeurde dat in 2013.
Een van de onderzoeksvragen luidde: „Vindt u het persoonlijk onaanvaardbaar of niet dat een vrouw abortus laat uitvoeren als de ouders een erg laag inkomen hebben en zich geen kinderen meer kunnen veroorloven?” Een minderheid van 28 procent koos daarbij als antwoord voor (zeer) aanvaardbaar; een veel groter deel van 46 procent voor (zeer) onaanvaardbaar. Ruim een kwart (26 procent) was neutraal.
De cijfers over abortus en financiële motieven uit 2013 zijn nog niet eerder gepubliceerd. Ze waren opgeslagen in een groot, meerjarig databestand dat pas wordt aangesproken als het SCP opdracht krijgt voor een specifieke thematische publicatie.
SCP-onderzoeker prof. dr. P. Dekker stelt dat er in bijvoorbeeld Amerika relatief meer begrip is voor abortus om materiële reden dan in Nederland, „waarschijnlijk vanwege de minder ontwikkelde verzorgingsstaat in dat land.”
Driekwart van de Nederlanders vindt overigens tegelijkertijd dat de zelfbeschikking van de vrouw bij een abortusverzoek de norm moet zijn, aldus het SCP.