De poging begon voor zonsopkomst, toen tegelijkertijd een legerkamp bij het kantoor van president Joseph Kabila, een militair vliegveld, een marinewerf aan de rivier de Congo en het nationaal omroepcentrum werden aangevallen. De meeste inwoners van Kinshasa bleven binnenshuis, totdat het schieten na een uur of vier ophield. Toen gingen de mensen de straat op om regeringssoldaten toe te juichen. Kabila was in het land, zijn precieze verblijfplaats was echter niet bekend.

Een regeringswoordvoerder, Vital Kamerhe, zei dat de situatie onder controle was. Hoewel de Britse ambassadeur, Jim Atkinson, sprak van een couppoging, weigerde de regering dat woord in de mond te nemen. Kamerhe zei dat twaalf aanvallers gevangen werden genomen. Een onbekend aantal zou in burgerkleding in de bevolking zijn opgegaan. Bij de gevechten was volgens Kamerhe één soldaat omgekomen en waren er twee gewond geraakt. Een gewonde aanvaller vluchtte een kantoor van de Verenigde Naties binnen, maar werd later aan de Congolese autoriteiten overgedragen. Het leger zei zes raketgranaten, twee mortieren, dertig granaten, 75 AK-47 geweren en duizenden kogels in beslag te hebben genomen.

Later maakte minister van Binnenlandse Zaken Mbemba Fundu bekend dat er vijftien mensen zijn gearresteerd die betrokken zouden zijn bij de aanvallen op de militaire bases. Het ging volgens de minister om een „aanval met als doel de interne veiligheid van de Congolese staat te ondermijnen.” De opgepakte mannen kwamen uit het buitenland, maar hadden volgens Mbemba Fundu „binnenlandse handlangers.”

Andere Congolese functionarissen zeiden dat het leger had gevochten met strijders van de oud-FAZ, het persoonlijke leger van de in 1997 afgezette dictator Mobutu. Die zouden zich meester hebben gemaakt van een voorraad wapens in een opslagplaats.

Na de val van Mobutu trokken enkele duizenden FAZ-strijders zich terug in Congo-Brazzaville, de republiek aan de andere kant van de Congo-rivier. Hun verzoek om te worden opgenomen in het leger van de Democratische Republiek Congo werd niet gehonoreerd.