Tweede Kamer verdeeld over registreren orgaandonoren
DEN HAAG. Moet de wet op de orgaandonatie worden aangepast, zoals D66-Kamerlid Dijkstra bepleit? Ja, zeggen behalve D66 ook PvdA, SP en GroenLinks. CU en SGP zijn tegen, maar niet als enige. Het CDA is er nog niet uit. Wat houdt de partijen verdeeld?
Over de huidige stand van zaken rond orgaandonatie zijn vrijwel alle partijen in de Tweede Kamer het eens. Bevolkingsonderzoeken wijzen al jaren uit dat ongeveer twee derde van de bevolking in beginsel bereid is na de dood organen af te staan. De huidige, uit 1996 daterende orgaanwet laat het echter aan burgers zelf om zich wel of niet als donor te registreren. Mede daardoor heeft zo’n 60 procent van de bevolking nog geen keuze kenbaar gemaakt.
Dat heeft gevolgen voor het aantal donaties. Liet de overledene zich als donor registreren, dan kunnen nabestaanden zich vrijwel altijd in donatie vinden. Is in het donorregister niets vastgelegd, dan zegt ruim 60 procent van de nabestaanden ”nee”, terwijl de overledene mogelijk wel positief tegenover donatie stond. Alle partijen zijn het er dan ook over eens: het zou op z’n minst goed zijn als ieder zijn keus tijdig registreert.
Stilzwijgend
Over de vraag wat daarvoor de beste aanpak is, zijn de meningen echter verdeeld. D66-Kamerlid Dijkstra stelt voor de wet te wijzigen. Wie na twee aanmaningen nog niet reageert, moet volgens haar stilzwijgend als orgaandonor worden geregistreerd.
Om het draagvlak voor haar wet te vergroten, nam Dijkstra een aantal adviezen van de Raad van State ter harte. Niet-reageerders moeten te allen tijde in staat zijn alsnog een expliciete keus te maken. Blijkt de geregistreerde wilsonbekwaam te zijn, dan dient in het systeem te worden opgenomen dat diens gevolmachtigde beslist. Ook biedt de wet alsnog ruimte aan nabestaanden om de donatie te blokkeren, ook wanneer blijkt dat hun geliefde als donor staat geregistreerd. Voorwaarde daarvoor is wel dat zij „aannemelijk” moeten maken dat de overledene zich echt tegen zo’n ingreep zou hebben verzet.
Expliciet
Donderdag bleek dat de wet VVD, PVV, ChristenUnie, SGP en de groep Kuzu/Öztürk een stap te ver gaat. De vijf komen elk vanuit hun eigen achtergrond tot een gemeenschappelijke conclusie: het verwijderen van organen uit iemands lichaam is zo’n ingrijpende handeling dat daarvoor expliciete toestemming van de betrokkene, diens gemachtigde of de nabestaanden is vereist. Impliciete toestemming schiet tekort.
De VVD verwees een paar keer naar een rapport van onderzoeksbureau Panteia uit 2014. Dat voorspelt dat het percentage nabestaanden dat kan instemmen met donatie ook onder de nieuwe wet nauwelijks uit zal komen boven de 70 procent. In het door D66 voorgestelde systeem valt immers nooit meer te achterhalen of iemand expliciet of alleen stilzwijgend ja heeft gezegd.
SGP-leider Van der Staaij noemde orgaandonatie een goede daad. „Ik juich het toe, maar het wordt anders als burgers het als een rechtsplicht krijgen opgelegd. De besluitvorming over zo’n intieme kwestie moet bij mensen zelf blijven. De staat behoort daar afstand te houden”, aldus Van der Staaij donderdag tijdens het debat.
Visie CDA
Zonder steun van het CDA is een meerderheid voor de wet vrijwel uitgesloten. De partij benadert de wet „constructief”, maar heeft bedenkingen, aldus woordvoerster Bruins Slot donderdag. Deze gaan vooral over de vraag of de nieuwe wet wilsonbekwamen voldoende beschermt tegen misverstanden. Ook de rol van nabestaanden roept bij de partij vragen op. Zij kunnen bezwaar maken, maar het mag volgens het CDA niet van arts tot arts verschillen of deze worden gehonoreerd.
De Kamer hervat de beraadslaging over de initiatiefwet van D66 waarschijnlijk pas volgende maand.