Prof. dr. M. J. Paul: Godsdienst is als spel in Nature-onderzoek
De onderzoekers die woensdag in het gezaghebbende wetenschappelijke tijdschrift Nature stelden dat niet alleen de biologische verwantschap tussen mensen, maar ook de religieuze band bepaalt of zij iets voor een ander overhebben, trappen een open deur in. Tegelijkertijd reduceren ze godsdienst tot een spel, concludeert prof. dr. M. J. Paul.
De negen onderzoekers van over de hele wereld voerden een proef uit in afgelegen gebieden, waar ze mensen vroegen mee te doen met een spel waarin geld verdeeld moest worden. Hoe sterker het besef van een oordelende god leefde, hoe meer deelnemers bereid waren om geld weg te geven aan geloofsgenoten, zelfs als dit onbekenden ver weg waren.
Dat de onderzoekers stellen dat dit mechanisme strijdig is met het gedachtegoed van de natuurlijke selectie van de evolutietheorie, betekent niet dat ze deze theorie op zichzelf onder kritiek stellen, zegt prof. Paul. Hij is onder meer hoogleraar Oude Testament aan de Evangelische Theologische Faculteit te Leuven. „Ze aanvaarden de evolutie. Het is een vooronderstelling die door het artikel in Nature heen loopt. In die gedachte zijn godsdiensten pas op een zeker moment als verschijnsel ontstaan. De Bijbelse datering is echter anders.”
Verbaast de uitkomst van het onderzoek u?
„Allerminst. Het is vrij bekend dat sterke godsdienstige levensovertuigingen het handelen van mensen beïnvloedt. Wat ik wel wonderlijk vindt, is de opzet van het onderzoek. Je introduceert bij volken in afgelegen gebieden een spel en kijkt hoe ze geld verdelen. Dat is een heel westerse benaderingswijze. Daarmee wordt godsdienst niet aanvaard vanuit het geloof, maar bezien als een sociaal gebeuren waar je een spel mee kunt doen. Een echte aanhanger van een godsdienst zal dit niet doen.”
Toch lijkt er op z’n minst sprake van een bijstelling van een deel van het gedachtegoed van de evolutietheorie, namelijk dat via natuurlijke selectie de sterksten overblijven.
„Als je er van uitgaat dat de sterksten overleven en de zwakken afsterven, dan kan sociaal gedrag daar tegenin gaan. Want waar mensen anderen helpen, geldt niet meer het recht van de sterkste. Volgens mij hebben deze onderzoekers er geen probleem mee om dit in te passen in de evolutietheorie. De basisgedachte in de theorie, de ontwikkeling van laag naar hoog, blijft staan. Er is echter verschil in toepassing: de een vindt het goed dat de sterken overleven, zoals in diverse rassentheorieën, maar anderen willen juist zwakken helpen. Darwin schreef in De afstamming van de mens en selectie in relatie tot sekse, dat de opkomst van betere medicijnen ervoor zorgt dat zwakkeren meer kans hebben om te overleven en nageslacht te krijgen. Volgens natuurlijke selectie zouden ze uitsterven.”
Trappen de onderzoekers dan alleen een open deur in?
„Daar komt het wel een beetje op neer. Het nieuwe van dit artikel is dat het probeert aan te tonen dat niet alleen marktmechanismen en groepsgrootte, maar ook godsdienstige overtuigingen een rol spelen bij keuzes die mensen maken. Mijn geloof in God heeft ook gevolgen voor mijn handelen. In de joods-christelijke traditie wordt de nadruk gelegd op naastenliefde, sociaal handelen en hulpverlening. De auteurs van het artikel in Nature hebben er een behoorlijk ingewikkeld onderzoek voor nodig om dit voor allerlei godsdiensten aan te tonen.”