Volgens de rechtbank in Utrecht zijn ze schuldig aan openlijk geweld. Zeven anderen zijn tot veertig uur werkstraf veroordeeld voor samenscholing, waardoor een dreigende situatie ontstond.

Geen van de verdachten was aanwezig bij de uitspraak.

Vluchtelingen en beveiligers hebben toen doodsangsten uitgestaan, blijkt uit hun verklaringen. Er waren 150 asielzoekers aanwezig, onder wie vijftig kinderen, bijna allemaal Syrische oorlogsvluchtelingen. De aanvallers met bivakmutsen en sjaals riepen teksten als „oprotten”. Ook gooiden ze met dranghekken, stenen en zwaar vuurwerk en probeerden ze de sporthal binnen te dringen.

Een hondengeleider heeft verklaard dat hij zich „nog nooit zo bedreigd” heeft gevoeld. „Ze gooiden met van alles. Wat was er gebeurd als ze binnen hadden kunnen komen?” Een andere beveiliger: „Uit het niets kwamen ongeveer 25 mensen zonder aanleiding op ons af en begonnen direct met het gooien van vuurwerk.”

Uit onder meer WhatsApp-gesprekken bleek dat de aanvallers bewust zwaar vuurwerk gebruikten om de oorlogsslachtoffers extra angst aan te jagen. De aanklaagster citeerde eerder een deel uit een app: „…dat ze weten die tyfusapen dat wij ze kapot gaan maken.”

Het Openbaar Ministerie had om 180 uur werkstraf voor alle achttien verdachten aan de rechtbank gevraagd. Volgens de aanklaagster waren ze allemaal betrokken bij de aanval. De rechtbank concludeert dat er tegen slechts acht overtuigend bewijs is dat ze actief mee hebben gedaan aan de bestorming op de noodopvang.

De verdachten ontkenden tijdens het proces dat ze vuurwerk hebben gegooid. Ze gaven ook aan dat zodra ze zagen dat het uit de hand liep, ze weg zijn gegaan en niet mee hadden gedaan aan de rellen.

Het OM heeft „gemengde gevoelens” bij de uitspraak en beraadt zich daarom nog of het in hoger beroep gaat. „We vinden 120 uur werkstraf voor de openlijke geweldpleging wel wat aan de weinige kant, maar er zijn wel veel veroordelingen.”