Recensie: Jamie de Goei vanuit Den Bosch
Rond 1900 werden, naar verluidt, de eerste Bossche bollen gebakken. De stad was toen al zeventig jaar in het bezit van een andere lekkernij: het Bätzorgel (1831) in de hervormde kerk. Vorig jaar is dit tweeklaviers instrument (24 stemmen) gerestaureerd, door de firma Pels & Van Leeuwen. Ter gelegenheid hiervan heeft Jamie de Goei voor de derde keer een cd van zijn orgel gemaakt.
In een zorgvuldig samengesteld programma laat hij horen wat het instrument –een van de gaafst bewaarde Bätzen in Nederland– allemaal aankan. Barokmuziek bijvoorbeeld: Bachs Praeludium in G klinkt hier prima, dankzij een doorzichtig mixturenkoor. Uiteraard ook klassieke muziek: helder klinken de prestanten in een sonate van C. Ph. E. Bach, elegant de fluiten in een trio van Homilius, en fraai de Quintadeen in een Mozartfantasie. Verder vroegromantische muziek: Mendelssohns Vierde Sonate klinkt als een klok. Dankzij vier achtvoetslabialen op het bovenwerk overtuigt deze Bätz –een zusje van het Utrechtse domorgel– zelfs in een smeltende ”Consolation” van Liszt.
Jammer is wel dat De Goei op deze cd soms wat schichtig speelt: Böhms variaties over ”Freu dich sehr” (Psalm 42) verliezen erdoor aan zeggingskracht. Bovendien klinkt het niet bepaald vrolijk om dit stuk te beginnen met fluiten 8’ en 16’. Voorts is het de vraag of de guirlande in Bachs Praeludium zo zwaar had moeten worden aangezet. En of het begin van Regers ”Freu dich sehr” niet beter had geklonken wanneer de Dulciaan was opgedikt met prestanten en viervoetsfluiten in plaats van viervoetsoctaven.
Ondanks dat proef je door alles heen: deze Bossche Bätz smaakt naar meer!
Bätz Reborn – Jamie de Goei – Grote Kerk ’s-Hertogenbosch; VDGRAM-Records (VDG20151120); € 10,-; www.jdegoei.nl
A.P.F. Boëly
J.S. Bach
M. Reger