Kerk & religie

Aan Codex Aleppo kleven nog altijd veel mysteries

De geschiedenis van de Codex Aleppo, die deze week op de Unesco Werelderfgoedlijst is geplaatst, zit vol mysteries. Wat is er gebeurd met de 200 verdwenen bladzijden? Hoe kwam het handschrift na vijfhonderd jaar van Aleppo in Jeruzalem?

Redactie kerk
11 February 2016 08:47Gewijzigd op 16 November 2020 01:21
De Aleppo Codex. Beeld Wikimedia
De Aleppo Codex. Beeld Wikimedia

De Aleppo Codex, de oudste kopie van de Hebreeuwse Bijbel, werd in 925 geschreven in Tiberias door de grootste van de masoretenfamilies, de Ben Asjers. Masoreten waren Joodse geleerden die de Hebreeuwse tekst van de Tenach voorzagen van klinkers en zangtekens en de indeling in paragrafen maakten.

De Karaïtische gemeenschap in Jeruzalem, een kleine stroming binnen het Jodendom, kreeg de codex na honderd jaar in handen. Tijdens de eerste kruistocht (1096-1099) plunderden kruisvaarders hun synagoge. Ze namen het manuscript en vele andere documenten mee naar Egypte. De daar wonende Joden betaalden echter veel losgeld en kregen de codex terug. Ze bewaarden hem in de synagoge van Caïro, waar de bekende Joodse rabbijn en filosoof Maimonides hem bestudeerde.

De codex dook op in de latere Syrische stad Aleppo, waar de Joodse gemeenschap hem 600 jaar lang met toewijding bewaarde. Mensen in nood baden bij het boek en legden er een eed bij af. Het manuscript kreeg er de naam ”De kroon van Aleppo”.

In december 1947 vonden er in Aleppo –Syrië was net onafhankelijk geworden– anti-Joodse rellen plaats als gevolg van het besluit van de VN tot oprichting van een Joodse staat. Moslims vermoordden minstens 75 Joden en staken de oude synagoge in brand. De codex raakte beschadigd, waardoor er nu nog maar 294 van de 477 oorspronkelijke bladzijden over zijn. Van de vijf boeken van Mozes zijn slechts de laatste paar bladzijden bewaard.

Over de verdwenen bladen is veel verschil van mening. De Joden van Aleppo zeggen dat ze verbrand zijn. Maar er is geen wetenschappelijk bewijs dat het vuur het boek ooit bereikt heeft. Er zijn geleerden die leden van de gemeenschap ervan beschuldigen uitgescheurde bladen van de codex voor zichzelf te houden. Twee vermiste bladen zijn opgedoken, een in 1982 en een in 2007. Dit laat de mogelijkheid open dat er nog meer bladen de rellen hebben overleefd. De gemeenschap van Damascus bezat een soortgelijk handschrift, de Damascus Keter. Tot vandaag zijn er pogingen gaande om zoekgeraakte delen terug te vinden.

De codex was een tijdje onvindbaar, maar dook in 1958 weer op. Een Syrische Jood Murad Faham smokkelde hem, op mysterieuze wijze, naar de nieuwe staat Israël. Daar werd hij aangeboden aan de president, Itzhak Ben-Zvi. Die gaf het boek aan het Ben-Zvi Instituut en de Hebreeuwse Universiteit in Jeruzalem. Het handschrift ligt tentoongesteld in het Israël Museum in Jeruzalem, waar ook de Dode Zee-rollen liggen.


Lees ook:

Nieuwsbericht in RD 10 februari 2016, Aleppo Codex op Unescolijst

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer