„Gezag stoort band met refoschool niet”
OPHEUSDEN. De gezagsverhoudingen leiden er niet toe dat reformatorische scholen onbedoeld afstand scheppen tot de ouders.
Dat concluderen K. Karels MSc van het Ds. G. H. Kerstencentrum en drs. A. W. de Vries van Driestar educatief uit het ”stimuleringsproject ouderbetrokkenheid” waarmee op tien scholen een proef is genomen. Ze reageren daarmee op een rapport uit 2014 waarin dit afstand scheppen als risico werd genoemd.
De resultaten zijn woensdag gepubliceerd. Een van de aanleidingen voor het stimuleringsproject is dat uit onderzoek van het ministerie van Onderwijs bleek dat in het algemeen de samenwerking tussen ouders en school kan worden verbeterd. Ouderbetrokkenheid verdient ook aandacht vanwege de invoering van passend onderwijs.
Doorgaans zijn ouders en leerkrachten van reformatorische scholen tevreden over de samenwerking, hoewel er verschillen zijn tussen ouders en scholen. In het primair onderwijs zijn ouders minder tevreden over de samenwerking dan leerkrachten, stellen de beide onderzoekers.
De ouders ervaren steun van de school bij de opvoeding en waarderen die. Scholen hebben het idee dat ouders niet zo bij het leren en het huiswerk van hun kinderen betrokken zijn, terwijl ouders zelf daar een veel positiever beeld van hebben. De betrokkenheid van ouders bij de school door het uitvoeren van vrijwilligerswerk is in het basisonderwijs beduidend groter dan in het voortgezet onderwijs.
Het stimuleringsproject ouderbetrokkenheid is opgezet door de Reformatorische Oudervereniging (ROV) in samenwerking met de twee samenwerkingsverbanden voor passend onderwijs: RefSVO voor voortgezet en Berséba voor primair onderwijs. De proef is uitgevoerd op acht scholen voor primair en twee voor voortgezet onderwijs. De initiatiefnemers willen het project nu uitbreiden naar andere scholen.
De onderzoekers adviseren tijdens oudercontact over de totale ontwikkeling van het kind te spreken en niet alleen over de resultaten. Scholen zouden aan het begin van het cursusjaar moeten maken afspraken met ouders over de gewenste vorm van contact. De school kan, eventueel samen met de kerk, gesprekskringen over de opvoeding opzetten. Ouders vinden samenwerking in de aanpak van pestgedrag belangrijk en willen dat die wordt verbeterd.
Ga de bezinning over de wenselijkheid van digitaal contact met ouders aan, adviseren De Vries en Karels. „Werk stapsgewijs naar een werkbare situatie die past bij de schoolcultuur en de ouderpopulatie.” Voor het gebruik van e-mail in de communicatie met ouders zou de school beleid moeten ontwikkelen. „Een face-to-face- of telefoongesprek heeft doorgaans de voorkeur. Blijf professioneel in taalgebruik. Reageer binnen 24 uur op vragen.”
Spreek uw waardering en erkenning uit voor het werk dat de leerkracht of docent levert voor uw kind, adviseren de onderzoekers de ouders. „Ook al kunnen er fouten worden gemaakt, ga ervan uit dat de school de intentie heeft om het goed te doen.”
Ouders moeten de school durven benaderen, ook voor minder belangrijke vragen. „Lees nieuwsbrieven en huiswerkbrieven ook daadwerkelijk.”