Het gebruik van antibiotica verschilt per gemeente. In Pekela (Groningen) krijgt een op de drie inwoners een antibioticum, in het Noord-Hollandse Schermer is dat nog geen 15 procent. Ook in Rotterdam en Zuid-Limburg worden veel antibiotica gebruikt. Voor een deel kan dat te maken hebben met de leeftijd van de bevolking, omdat de middelen vooral worden voorgeschreven aan kinderen en ouderen. Ook financiële omstandigheden kunnen een rol spelen, over het algemeen zijn rijke mensen gezonder dan arme mensen.

Volgens het CBS gebruiken Nederlanders de minste antibiotica van heel Europa. Per duizend inwoners krijgen we bijna elf zogeheten dagelijkse doseringen. Inwoners van België, Luxemburg en Frankrijk slikken twee tot drie keer zo veel. Een verklaring is daar niet voor.

Dat Nederlanders zo terughoudend zijn, is een goede zaak. „Natuurlijk moet je antibiotica gebruiken wanneer ze nodig zijn, maar je kunt ook te veel gebruiken. Dan worden de bacteriën resistent en verliezen de antibiotica hun werking. Als je dan een infectie krijgt, moet je lijf het zelf oplossen en ben je veel verder van huis”, zegt het CBS.

Het CBS komt met de cijfers omdat Europese minister van Gezondheid en Landbouw dinsdag en woensdag in Amsterdam overleggen. Ze praten er over resistentie tegen antibiotica. „Omdat steeds meer microben resistent worden, stijgen de kosten van de gezondheidszorg met alle economische gevolgen van dien voor de maatschappij”, aldus het kabinet. Nederland is momenteel voorzitter van de Europese Unie.