Veel interactie in nieuw Museum Rotterdam
ROTTERDAM. De straat loopt gewoon door na de entree, zo toegankelijk is het zaterdag geopende Museum Rotterdam. De hoge, glazen pui trekt bezoekers naar binnen. Daar wacht hun een écht Rotterdamse tentoonstelling – een tentoonstelling waar ze zelf onderdeel van zijn, of worden.
„Maak mijn ook es”, vraagt Henny Hartog nieuwsgierig aan museummedewerker Brian Beckers. Beckers staat midden in de eerste hal van het museum, en voor hem print een klein, ingenieus apparaat laagje voor laagje een kunststoffen borstbeeld van een van de bezoekers. Hij pakt zijn speciaal uitgeruste tablet en scant Hartogs gezicht van alle kanten. Deze scan stuurt Beckers straks naar de printer. „Als de beelden klaar zijn, hangen we ze op aan de muur”, zegt hij. „Mensen worden zo echt onderdeel van de expositie.”
Zelf bijdragen
„Het is de bedoeling dat Rotterdammers zelf bijdragen aan de collectie”, zegt museumdirecteur Paul van de Laar. Zijn ideaal is zelfs een tentoonstelling die helemaal bedacht, gemaakt en gefinancierd is door Rotterdammers. Met al die interactie wil Van de Laar het museum „relevant” maken. „Mensen moeten weer graag naar een stadsmuseum gaan.”
Tot 2013 was het Museum Rotterdam gevestigd in het Schielandshuis en de Dubbele Palmboom, elders in de stad. „Maar door bezuinigingen van de gemeente moesten we de gebouwen sluiten”, legt Van de Laar uit. Het museum bleef bestaan, vertelt hij, maar ging populaire tentoonstellingen organiseren op verschillende locaties in de stad. Ten tijde van de sluiting wilde Van de Laar al verhuizen. Hij vond dat het Schielandshuis een te statige uitstraling had en mensen ervan weerhield om binnen te stappen. De nieuwe locatie, middenin de stad en op de begane grond van een hypermodern woon- en kantoorcomplex, is volgens hem niet alleen veel goedkoper, maar is ook nog eens veel toegankelijker. Hij wijst naar de grote, hoge ramen.
Standbeelden
Zonder veel moeite kunnen bezoekers tot in de tweede hal van het museum kijken. Deze hal, waar alle allerlei oude voorwerpen liggen, verbeeldt de geschiedenis van Rotterdam.
In de eerste hal, die het thema ”Het Rotterdam van vandaag” heeft, staan vijf grote standbeelden van opnieuw ‘gewone’ Rotterdammers. „Je ziet hoe ze de stad gebruiken”, vertelt Rob Noordhoek, medewerker van het museum. Hij staat voor de Bulgaarse bouwvakker Kamen Vladimirov en wijst naar een stadsplattegrond waarop precies de plekken gemarkeerd staan waar Vladimirov vaak komt. En hij wijst naar de sokkel, waarop foto’s staan van onder andere Vladimirovs huis en kerk. „Deze vijf mensen zijn allemaal onderdeel van veranderingen die nu, maar ook al eeuwenlang plaatsvinden in de stad”, zegt Noordhoek. Vladimirov symboliseert, zo legt hij uit, de vele gastarbeiders.
Lukas Taks, een van de 5000 bezoekers deze zaterdag, is zeer te spreken over de interactie in het museum. Lachend: „Normaal moet je in een museum altijd stil zijn, maar hier hoeft dat niet.”
Stadsuitbreiding
De derde hal laat vooral de plannen van Rotterdam na 1945 zien. „Dit is een van de allereerste plannen van stadsuitbreiding na de oorlog”, zegt Noordhoek voor een maquette van bijna 9 bij 9 meter. „Zeven architectenbureaus hebben het plan in 1955 gemaakt – het is alleen nooit helemaal uitgevoerd.” Het plan was volgens Noordhoek destijds heel modern. „Je ziet namelijk veel ruimte, veel groen, en laag-, midden- en hoogbouw staan door elkaar.”
Hier, op de plek van de maquette, vertelt museumdirecteur Van de Laar, moet over een jaar de eerste expositie van, voor en gemaakt door Rotterdammers verrijzen.