Zwolse orgels
Titel:
”Koninklijke instrumenten rond de Peperbus”
Auteur: J. Erdtsieck, J. M. de Ruiter en M. P. Logtenberg
Uitgeverij: IJsselacademie, Kampen, 2001
ISBN 90 6697 132 0
Pagina’s: 164
Prijs: € 20,40. De Peperbus, de toren van de Onze-Lieve-Vrouwebasiliek, is de blikvanger van Zwolle. De basiliek herbergt een prachtig Maarschalkerweerd-orgel (1896). Op een steenworp afstand bevindt zich het beroemdste instrument van de hanzestad: het Schnitger-orgel (1721) van de Grote Kerk. Verrassend genoeg telt de Overijsselse stad daarnaast nog 28 grote en kleine instrumenten van bouwers als Scheuer, Adema, Valckx & Van Kouteren en Leeflang. ”Koninklijke instrumenten rond de Peperbus” richt de schijnwerpers op deze orgelrijkdom.
De uitgave kent een vaste opzet. Van elk instrument worden de geschiedenis en de technische gegevens weergegeven. Daarnaast komt de geschiedenis van de kerk als gemeenschap en het gebouw aan de orde. Een goede combinatie, waardoor deze uitgave te typeren is als een boeiend en informatief lees- en kijkboek. Je stuit op leuke wetenswaardigheden. Het beeld op het rugwerk van het Quelhorst-orgel (1826) in de Bethlehemkerk verbloemt dat enkele Prestantpijpen door het dak van de kas steken. Tijdens de bouw van de Schnitger-reus voor de Grote Kerk beschikten de orgelmakers in de Onze-Lieve-Vrouwekerk over een werkruimte voor het gieten van de pijpen. Overigens is ”Koninklijke instrumenten rond de Peperbus” niet helemaal up-to-date. Flentrop deed in de Grote Kerk niet alleen groot onderhoud, maar voerde de afgelopen jaren ook een algehele herintonatie uit.
Een uitgebreidere verklarende woordenlijst had de toegankelijkheid van deze uitgave vergroot. Woorden als wagenschot en stemlap zullen niet iedereen bekend zijn. Hoe subjectief wellicht ook, ik vind het een gemis dat in dit órgelboek niets gezegd wordt over de klankkleur van de instrumenten, en dat eventuele kenmerkende klankeigenschappen niet uit de verf komen. De grote kleurenfoto’s op A4-formaat zijn vrijwel allemaal van goede kwaliteit.