Slimmer boeren met een grasmeter (video)
LEMMER. „Melkveehouders weten alles van hun koeien, maar bijna niets van hun grasland.” Dat is de stelling van Piet Jan Thibaudier (30) uit Lemmer. De eigenaar van 150 melkkoeien ontwikkelde daarom een meter die bijhoudt hoe hoog het gemaaide gras staat. De mogelijkheden van precisielandbouw zijn volgens de Fries legio.
„Koeien zijn autistische beesten”, ervaart Thibaudier. „Het liefst eten ze iedere dag hetzelfde. Dan blijft hun melkproductie stabiel en zijn ze het gezondst.”
Van koeien zijn veel meetgegevens beschikbaar. „We weten exact hoeveel liter melk iedere koe geeft, we kennen de vet- en eiwitpercentages in de melk en we weten wanneer een dier ziek dreigt te worden.”
Maar daarmee is volgens de agrariër nog niet alles gezegd. Thibaudier, eveneens eigenaar van 77 hectare grasland, weet hoe je ook het weiland optimaal kunt benutten. Daar denken de meeste boeren volgens hem nog niet over na.
De Nederlandse landbouw is niet vooruitstrevend genoeg, meent Thibaudier. Daarom besloot hij het heft in handen te nemen. Voor de hobby sleutelde de jonge melkveehouder in de avonduren aan zijn grasmeter.
Die sensor monteert hij op de voorkant van de maaier. De metingen van het apparaat, koppelt hij aan de gps-kast die precies bijhoudt hoe hoog het gras op welke plek op een perceel staat.
„Ik heb dertig percelen. Vroeger wist ik alleen welke percelen goed waren en van welke minder gras afkwam. Nu kan ik precies zien welke stukken van het perceel goed zijn en waar het gras minder goed groeit”, zegt de Fries.
Dat illustreert de ondernemer met een aantal zelfgemaakte landkaarten. Daarop hebben de percelen alle kleuren van de regenboog. „Rood is slecht, daar stond maar 7 centimeter gras toen ik het maaide”, legt hij uit. Een ander stuk is bijna volledig blauw. „Daar stond het gras ruim 27 centimeter hoog.”
Interessant om te zien, maar wat kan een boer met zo’n kaart? „Heel veel”, meent Thibaudier. „Ik zag een grote slechte plek op mijn akkerland. Het jaar daarop ben ik daar meer gaan beregenen. Het gras stond toen veel hoger. Ik probeer iets, en met mijn grasmeter kan ik het resultaat meten. Voordat ik ging beregenen, wist ik niet eens dat ik een droge plek met weinig gras in mijn weiland had.”
Voorlopig is de jonge ondernemer nog niet klaar met experimenteren. Zo is hij bezig met een proef om de hoeveelheid voer exact op de behoefte van het individuele dier af te stemmen. Ook wil hij de gegevens van de grasmeter gaan gebruiken om het strooien van kunstmest te verfijnen. „Nu geef je wél of géén kunstmest op een perceel, terwijl het ene plekje misschien weinig nodig heeft, en het andere juist drie keer zo veel.”
Gaat zijn grasmeter de wereld veroveren? Dat durft Thibaudier niet te zeggen. „Dat is voor mij ook niet zo belangrijk. Ik wil de discussie over ”smart farming” aanzwengelen. Of mijn product slaagt, is minder interessant.”