Commentaar: Praten over seksueel misbruik dé manier om het te stoppen
Seksueel misbruik is een groot kwaad. Het is met geen pen te beschrijven welk leed de slachtoffers wordt aangedaan. Ze zijn niet zelden voor hun leven getekend. Opmerkelijk dat de daders, althans in de beeldvorming, vaak in de verkeerde hoek worden gezocht. Het zijn geen wildvreemden van het slachtoffer, maar meestal bekenden of zelfs familieleden: een vader, broer, oom of opa.
Het deze week verschenen rapport ”Ontucht voor de rechter” van de nationaal rapporteur mensenhandel, Corinne Dettmeijer, laat er geen enkel misverstand over bestaan. Ze onderzocht de zedenzaken van 182 ontuchtplegers. In zo’n 80 procent van de gevallen was de dader een bekende van het slachtoffer.
Het is verleidelijk om bij seksueel misbruik direct te denken aan de grote, opvallende zaken die de media halen. Aan mannen die jaren later opbiechten dat ze als jongen in een rooms-katholiek internaat door paters zijn misbruikt. Aan de zwemleraar die lange tijd ongestoord zijn gang kon gaan en tientallen meisjes betastte. Of aan de medewerker in de kinderopvang die zich zelfs aan baby’s vergreep. Terecht roepen deze zaken bij elk weldenkend mens afgrijzen op.
Niet minder heftig echter is seksueel misbruik, al dan niet in het gezin, met één dader en één slachtoffer. In driekwart van de gevallen gaat het om zo’n soort situatie. Het gezin, de familie, is de plaats bij uitstek waar kinderen veiligheid mogen verwachten. Als die veiligheid verandert in een nachtmerrie van angst, bedreiging en grensoverschrijdend seksueel gedrag, grijpt dat diep in.
Lang is gedacht dat zulke zaken in christelijke kring niet of nauwelijks voorkwamen. We weten inmiddels beter. Terecht is er meer dan ooit aandacht voor seksueel misbruik, de gevolgen ervan, maar ook het voorkomen ervan. Er verschijnen rapporten met aanbevelingen, er worden laagdrempelige meldpunten ingesteld, scholen hebben een vertrouwenspersoon en ook in de kerk staat de kwestie hoog op de agenda.
Het is echter een groot probleem dat er op het onderwerp nog steeds een taboe rust, ondanks de toegenomen aandacht voor gezonde seksuele voorlichting, zowel thuis als op school. Ontucht roept bij het slachtoffer zo veel tegenstrijdige gevoelens op, van boosheid tot schaamte, dat hij of zij een enorme drempel over moet om erover te praten. Toch is dat dé manier om het kwaad te stoppen.
Er wordt veel geroepen om openheid, maar als deze ergens nodig is, dan is het op dit terrein. Niet om vrije seks te promoten, maar om uitwassen als ontucht en seksueel misbruik te voorkomen. Op dat gebied valt er ook in christelijke kring nog een wereld te winnen.
Laten we intussen de daders niet vergeten. Ook zij zijn gebaat bij openheid, zodat ze de ontucht durven opbiechten en ermee zullen stoppen. De dader is nogal eens zelf het slachtoffer van ontucht geweest. Daarmee wordt niets goed gepraat. Die constatering geeft wel aan hoe makkelijk het kwaad van de een op de ander kan overgaan en tot de ‘normale’ gezins- of familiecultuur kan gaan behoren. Seksueel misbruik is typisch een voorbeeld van de vicieuze cirkel die zo snel mogelijk doorbroken moet worden.