Brussel ziet economie licht aantrekken
BRUSSEL (ANP). De economische groei in de eurolanden trekt voorlopig licht aan. Dat voorspelt de Europese Commissie in haar donderdag gepresenteerde winterprognose.
Daarin wordt een groei van gemiddeld 1,7 procent voorzien voor de negentien eurolanden in 2016, tegen 1,6 procent vorig jaar. In 2017 neemt de groei naar verwachting verder toe tot 1,9 procent. De Nederlandse economie groeit volgens de commissie dit jaar met 2,1 procent en wordt in 2017 2,3 procent groter.
Het verschil met de verwachtingen van afgelopen herfst is beperkt, destijds werd voor de eurolanden een plus van 1,8 procent voorspeld in 2016. De kans op tegenvallers is echter aanzienlijk gegroeid, aldus Brussel.
De olieprijs, de koers van de euro en de rente liggen nog altijd op een laag niveau, wat gunstig is voor de groeicijfers, aldus EU-Commissaris Pierre Moscovici (Economische Zaken). Hij en zijn collega Valdis Dombrovkis (Euro) waarschuwen echter voor mogelijke tegenwind door de inzakkende wereldhandel en geopolitieke spanningen rondom Europa. De prognose is daarom „zeer onzeker”. „We moeten onze waakzaamheid verdubbelen”, waarschuwen ze.
De commissarissen voorzien wel dat de werkgelegenheid „bescheiden” blijft toenemen door het „brede herstel” in de eurolanden. De werkloosheid in de eurozone zou dalen van 11 procent vorig jaar, via 10,5 procent dit jaar, naar 10,2 procent in 2017. De inflatie maakt volgens de rekenmeesters een sprong, van een half procent dit jaar, naar 1,5 procent volgend jaar. De begrotingstekorten zetten hun dalende lijn voort en komen in 2017 gemiddeld uit op 1,6 procent, is de verwachting.
Al met al toch goed nieuws, aldus Moscovici, die zei dat er geen reden is om euforisch te worden.
In de 28 EU-landen samen stabiliseert de groei de komende jaren op circa 2 procent. Griekenland schrijft na een economische krimp van 0,7 procent dit jaar in 2017 weer groene cijfers (+2,7 procent), aldus de commissie. Duitsland en Frankrijk liggen met groeiverwachtingen van respectievelijk 1,8 en 1,7 procent rond het gemiddelde.