Donderdag vragen zij in schriftelijke vragen opheldering aan de ministers Schippers (VWS) en Van der Steur (Veiligheid en Justitie) over de kwestie. Het betreft een huisarts die in 2011 een euthanasieverzoek inwilligde van een bejaarde patiënte met de ziekte van Huntington.

De toetsingscommissie voor euthanasie verweet de arts in 2012 onzorgvuldig gedrag, omdat zij zich bij het uitvoeren van het euthanasieverzoek baseerde op een wilsverklaring van de patiënte uit 2005. Volgens de toetsingscommissie was dat onvoldoende om te kunnen vaststellen of er nog sprake was een vrijwillig en weloverwogen keus.

Volgens het college van procureurs-generaal staat de actualiteit van het verzoek echter buiten kijf. De arts kon er volgens de justitietop op vertrouwen dat de patiënte was beland in het stadium van uitzichtloos en ondraaglijk lijden waarvan zij eerder had aangegeven dan euthanasie te willen De arts hoefde van de justitietop geen verpleeghuisopname af te wachten, omdat de patiënte had vastgelegd te willen overlijden wanneer zij verpleeghuisbehoeftig zou zijn.

Net als de toetsingscommissie vond ook justitie de documentatie van de arts over de actualiteit van de wilsverklaring „onzorgvuldig en onvolledig.” Reden voor strafvervolging was dat volgens het OM echter niet, mede niet vanwege het kleine herhalingsrisico.

Vorige week stelden de ethici Den Hartogh en Boer al dat justitie door de zaak te seponeren de euthanasiewet ondergraaft. Ook SGP en CU willen nu dat de zaak alsnog bij de rechter komt. „Deze handelwijze van het OM strijdt met de wetsgeschiedenis, met de uitleg die de toetsingscommissies aan de euthanasiewet geven en met een recent verschenen brochure van het ministerie van VWS over de betekenis van een schriftelijk euthanasieverzoek”, aldus SGP-senator Van Dijk donderdagochtend in een toelichting.