Door de aanwezigheid van de speleologen is een diplomatieke rel ontstaan tussen Mexico en het Verenigd Koninkrijk. Mexico protesteerde tegen wat mogelijk een geheime Britse militaire missie was in het Midden-Amerikaanse land. Zonder toestemming van de Mexicaanse autoriteiten zou een speciale groep militairen een training in een grot hebben gehouden.

Londen had de groep als „enthousiaste grotonderzoekers” bestempeld. De groep was op toeristenvisa Mexico binnengekomen. Volgens de Britse expeditieleider, Stephen Whitlock, bestond de ingesloten groep uit twee militairen en vier burgers die grottenonderzoek als hobby hebben. Hij sprak tegen dat het om een militaire missie zou gaan.

De zes Britten zouden drie dagen doorbrengen in het 14 kilometer lange grottenstelsel, dat in de bergachtige deelstaat Puebla ligt. Door zware regenval liep een deel van de grot onder water en raakten ze ingesloten. Met hun zeer sterke radioapparatuur konden de ingesloten militairen hun collega’s buiten de grot duidelijk maken dat zij zich 90 meter onder de grond bevonden, op ongeveer 100 meter van de uitgang.

De Mexicaanse regering zegt het verdacht te vinden dat de Britten Mexico geen toestemming hebben gevraagd voor hun missie. Volgens de krant Milenio bestaat in regeringskringen de vrees dat de Britten met speciale apparatuur speurden naar radon, een gas dat op de aanwezigheid van uranium kan duiden. Het Britse ministerie van Buitenlandse Zaken zei dat de reis niets méér was dan een „grotexpeditie” en dat andere suggesties volkomen ongegrond zijn. Het ministerie van Defensie sprak van „een avontuurlijke trainingsexpeditie”. Volgens Groot-Brittannië voeren grotonderzoekers van het leger al twintig jaar zonder problemen dergelijke expedities uit in Mexico.

Op de vraag waarom de onderzoekers als toeristen het land zijn binnengekomen en de autoriteiten niet van hun trip op de hoogte hebben gesteld, antwoordde Whitlock dat het in Puebla niet verplicht is om zich voor grotonderzoek te laten registreren.