Vakbondsvoorzitter Reinier Castelein van De Unie vreest voor de verzekeringsbranche dat het niet bij deze reorganisatie blijft. Hij voorziet meer stevige ingrepen. „Na de verschillende ontslaggolven bij de banken komen we wat dat betreft nu in een tijdperk van de verzekeraars”, constateert hij. De Rotterdamse hoogleraar Casper de Vries, die een commissie leidde die de ontwikkelingen in de betrokken sector onderzocht en die bijna een jaar geleden een rapport uitbracht, verwacht hetzelfde. „Mede als gevolg van de it-revolutie zijn er steeds minder mensen nodig. Er is sprake van een enorme krimp, en die zet onverminderd hard door.”

Online

De consument regelt in toenemende mate zijn financiële zaken online. Dat biedt de betrokken ondernemingen de kans om te bezuinigen op het aantal medewerkers. NN Groep (Nationale-Nederlanden) deelde in november mee dat het de komende jaren verder in de kosten zal snijden. Het sluit ontslagen niet uit, maar het concern vond het nog te vroeg om op dat punt cijfers te noemen. Achmea, eveneens een grote speler, paste sinds 2013 al een reductie toe van 4000 banen.

De ontslagrondes bij de verzekeraars vallen tot dusver echter in het niet bij de saneringsoperaties bij de Rabobank. Die liet onlangs weten nog eens 9000 banen af te stoten. Bij eerder gestarte herstructureringsplannen verdwijnen er 10.000. Ook de andere grote banken presenteerden forse maatregelen. ING haalde in 2014 een streep door 1700 van de 16.000 banen in Nederland, plus er werd afscheid genomen van meer dan 1000 externe krachten. ABN AMRO maakte in datzelfde jaar bekend dat er tot en met 2018 tussen de 650 en de 1000 werkplekken vervallen.

Uitkeringsinstantie UWV voorspelde vorige week dat er in de financiële dienstverlening dit jaar bij elkaar nog zo’n 5000 arbeidsplaatsen verloren gaan. De werkgelegenheid bij banken, pensioenfondsen, verzekeraars en vermogensbeheerders is sinds 2008 met meer dan 15 procent gedaald.

Castelein sprak maandag in reactie op het jongste nieuws van een „mokerslag” voor de mede­werkers in de sector. Hij ziet steeds minder kansen om aan de slag te komen voor bank- en verzekeringspersoneel dat werkloos raakt. „Door het gebrek aan visie en te laat ingrijpen, dienen zich grote groepen werkzoekenden tegelijk aan op een toch al moeilijke arbeidsmarkt.”

CNV-bestuurder Jolien Dekker zegt over de situatie bij Vivat: „We wisten al langer dat er een reorganisatie in de pijplijn zat, maar toch is dit een heftige boodschap.” De vakbond wil dat het huidige sociaal plan, dat eind dit jaar afloopt, voor een langere periode wordt verlengd. Dat zorgt volgens Dekker voor gelijke behandeling van alle boventalligen. „Het kan niet zo zijn dat werknemers die nog dit jaar Vivat moeten verlaten, onder een betere regeling vallen dan collega’s die in 2017 of 2018 moeten vertrekken.”

Vivat gaat veranderen, meldt het persbericht van het bedrijf. De afgelopen jaren richtte de onderneming alle aandacht op overleven, nu verschijnt de toekomst in beeld. Om de klanten beter te bedienen, zal Vivat inzetten op verdere digitalisering en inspelen op technologische ontwikkelingen. Bezuinigingen zijn noodzakelijk, want de kosten liggen zo’n 30 procent hoger dan bij de concurrenten. De organisatie trekt er drie jaar voor uit.

Ze opereert in de markt met zes merken: Zwitserleven (pensioenen), Reaal (schade- en levenspolissen), Actiam (vermogensbeheer), Zelf (internetverzekeraar), Proteq Dier & Zorg (verzekeringen voor honden en katten) en Route Mobiel (pechhulpservice). Voorheen maakte het bedrijf deel uit van SNS Reaal. In februari 2013 besloot de minister van Financiën tot nationalisatie van dat concern, omdat de ondergang dreigde door zware verliezen bij de vastgoedportefeuille. Het verzekeringsdeel werd losgeknipt en ging verder onder de naam Vivat.

Anbang

Halverwege vorig jaar kocht het Chinese Anbang de verzekeraar uit handen van de staat. Het trok 1,3 miljard euro uit voor versterking van de kapitaalpositie. Vivat boekte in de eerste helft van 2015 een nettowinst van 53 miljoen euro, nadat geheel 2014 een negatief saldo van 612 miljoen euro had opgeleverd.

Vanaf het begin boterde het niet tussen de Chinezen en het zittende bestuur. Topman Gerard van Olphen stapte na twee maanden al op. Later besloten nog meer Nederlanders die op hoge posten zaten bij het bedrijf, te vertrekken.