„Wie is er, die er uitziet als de dageraad, schoon gelijk de maan.”

Dit is de tweede dag. Deze dag heeft zijn oorsprong van de maan, waardoor hij ook maandag genoemd werd. Op deze dag kunt u zich indachtig maken de toestand van de christelijke kerk in deze wereld. Zoals de maan een schoon en voortreffelijk nachtlicht is, zo is de kerk van Christus schoon gelijk de maan (Hooglied 6:10). Zoals de maan zijn schijnsel van de zon ontvangt, zo heeft de kerk haar glans van Christus. Zoals de maan telkens toe- en afneemt –soms is hij in volle glans en dan wordt hij weer niet gezien– zo schijnt de kerk nu helder en met uiterlijke schoonheid. Doch zij wordt haast door vervolging weer onzichtbaar, volgens het spreekwoord: het geluk schijnt ongelijk of gelijk de maan.

God heeft de hemel, de heerlijke verblijfplaats van de zalige zielen, op deze dag gemaakt in het begin (Genesis 1:8). Daar zult u, als u uw arbeid naar Gods instelling recht weet te plaatsen, uw plaats te zijner tijd vinden (Mattheüs 8:11).

Spreek dan in uw hart dit gebed: „Liefhebbende God, U hebt op deze tweede dag van de wereld de fundamenten van de hemel en zijn vesting gebouwd. U behoudt en bestuurt de grote wolkenlast in de lucht. Alzo kunt en wilt U ook Uw kerkenhemel onderstutten, en wel dan als wij het niet verstaan, en als de bedroefde christenheid door menselijke hulp niet kan geholpen worden. Amen.”

Johannes van Focquenbergues, predikant te Diepen (”Dagwerk”, 1653)