Kerk in Afrika: breed, maar ondiep
AMERSFOORT. De kerk in Afrika is breed maar kent weinig diepgang. De geestelijke onkunde is groot en de christelijke levensstijl laat veel te wensen over. Toch ziet Wiebe van Horssen in Mozambique duidelijk tekenen van verbetering, dankzij de methode van het „trainen van trainers.”
Wiebe van Horssen (31) vestigde zich vijf jaar geleden, samen met zijn vrouw Gerdine, in Mozambique. Hij is daar werkzaam als consultant bij Espanor, een organisatie die zich vooral bezighoudt met onderwijsprojecten. Die lopen uiteen van voorbereidend schoolonderwijs, basis- en vakgericht onderwijs tot theologische vorming en ethische toerusting. Het echtpaar Van Horssen, momenteel op verlof in Nederland in verband met de verwachting van hun derde kind, werd uitgezonden namens stichting Kimon.
De naam Espanor staat voor ”verwachting van nieuwe bloei”. Die nieuwe bloei wordt zichtbaar tegen de donkere achtergrond van het Milangedistrict in Mozambique, het werkveld van Van Horssen. Het is een door armoede geteisterd en door de overheid achtergesteld gebied, grenzend aan Malawi.
Tot 1992 heeft er in Mozambique een burgeroorlog gewoed. De oorlog heeft diepe sporen achtergelaten, zoals de wijdverbreide ziekte aids. Van Horssen: „Tijdens de oorlog zijn veel meisjes en vrouwen verkracht. Ook ontrouw en culturele gebruiken die met seks gepaard gaan, dragen bij aan de verspreiding van aids. Hele generaties zijn weggevaagd. Ongeveer de helft van de bevolking is jonger dan vijftien jaar. De gemiddelde levensverwachting is 49 jaar.”
Zelfstandigheid
Van Horssen woont met zijn gezin en nog enkele Nederlanders en Zuid-Afrikanen in een klein dorp. Ze hebben goed contact met de lokale gemeenschap. Hij heeft bewust gekozen voor een gebied waar weinig ontwikkelingswerkers zijn. „Op de dag van je aankomst moet je bezig zijn met je vertrek”, zegt hij paradoxaal. „Dat klinkt vreemd, maar als je blijft, maak je de lokale mensen van je afhankelijk. Er is binnen de kerken steeds meer besef gekomen van het feit dat zending het beste door de lokale bevolking gedaan kan worden. De taak van de zendingswerker is eigenlijk niet meer dan mensen trainen en coachen.”
Van Horssen coördineert als consultant een uiteenlopend aantal cursussen op het gebied van Bijbel en christelijke leer, waarden van gezin en familie, duurzame landbouw en alfabetisering. Het is de bedoeling dat de mensen die deze cursussen volgen hun certificaat halen en vervolgens hun kennis toepassen in de plaatsen waar ze wonen.
Van Horssen: „De formule is het trainen van trainers. In 2 Timotheüs 2:2 zegt Paulus: „Wat u van mij gehoord hebt, vertrouw dat toe aan mensen die bekwaam zijn anderen te onderwijzen.” Vrijwilligers uit de dorpsgemeenschappen trainen de kerkleiders in hun regio. Het voordeel van deze methode is dat kerkleiders worden opgeleid in hun woonomgeving. Dat is doeltreffend, contextueel en relatief goedkoop.”
Geestelijke nood
De geestelijke nood van de kerk in Mozambique en in Afrika is groot, aldus Van Horssen. „Atheïsten kom je hier niet tegen, zo nauw is het geloof verweven met het dagelijks leven. Maar de onkunde is groot. Christenen in Mozambique zien bijvoorbeeld de islam in het noorden van hun land slechts als een andere denominatie, nauwelijks verschillend van het christelijk geloof. Zaken als voorouderverering, magische praktijken en syncretisme komen veel voor. Op het ene moment vraagt iemand voorbede in de kerk, een paar uur later gaat dezelfde persoon naar de toverdokter.”
Ook de levensstijl van veel Afrikaanse christenen laat volgens Van Horssen erg te wensen over. „De huwelijksontrouw is schrijnend. Mannen hebben ten opzichte van hun vrouw slechts een functionele relatie, om gemakkelijk in hun behoeften te voorzien en verzorging te ontvangen. Maar overspel is gewoon. Er is nauwelijks besef van een relatie in liefde en trouw. De situatie binnen de kerken is niet veel anders dan erbuiten. In de prediking wordt gewaarschuwd tegen drank, roken en seksuele zonden, maar de praktijk is vaak tegengesteld. Zonde in Afrika is pas zonde als het ontdekt wordt. En als dat het geval is, is de straf van buitensluiting streng en wettisch, zonder pastorale aandacht voor heling en terugkeer.”
Van Horssen ziet in de afgelopen vijf jaar maatschappelijke verbetering op tal van terreinen. Maar het blijft wel kleinschalig. „Er gaan generaties voorbij voordat er iets in Afrika verandert. Je moet de situatie in Mozambique vergelijken met de primitieve middeleeuwen. Ook toen heeft het generaties geduurd voordat de Reformatie op gang kwam. Je ziet nu dat het inschakelen van de plaatselijke bevolking goed werkt. Het mooie van ons werk is vooral dat we samenwerken met zo’n dertig verschillende denominaties. Dat vergroot de reikwijdte van ons werk en versterkt ook de rol van de kerk in de toekomst.”