Eind vorig jaar besloten Talen en de gemeente Staphorst naar de rechter te stappen. Inzet: van wie is het stuk weg dat Talen gebruikte om afval op de gooien? Vrijdag kwam de uitspraak: deze is eigendom van de gemeente. Hierin volgt de rechter het standpunt van B en W van Staphorst. Als de ondernemer de weg weer volstort, kost hem dat 10.000 euro per keer.

De gemeente Staphorst kocht begin 2014 een stuk grond van recycleondernemer Albert Talen om de tot dan toe doodlopende Westerparallelweg door te trekken. Talen zou via een grondruil een braakliggend perceel naast zijn bedrijf overnemen. De weg was altijd zijn bedrijfsterrein. Talen Recycling is een „zwaar” bedrijf en heeft een provinciale vergunning nodig. Volgens Talen spraken de gemeente en hij af dat Staphorst hem maximaal zou helpen om de provinciale vergunningen voor het nieuwe perceel te krijgen.

Het liep spaak. De vergunningen voor het nieuwe perceel zijn er nog steeds niet. Volgens Talen komt dat doordat de gemeente haar afspraken niet nakomt. Hij beschouwt de weg die er al twee jaar ligt dan ook nog steeds als zijn terrein. De boel is immers nog niet geregeld door toedoen van de gemeente, vindt hij. Om die reden stortte hij tot drie keer toe de Westerparallelweg vol troep. De gemeente ruimde het telkens op, op zijn kosten.

Eind vorig jaar deed een onafhankelijke jurist de aanbeveling dat beide partijen nog het een en ander moeten doen: Staphorst de milieuvergunningen, Talen het bouwdeel. Volgens Talen traineert de gemeente de boel.

Duidelijkheid

Voordat de ondernemer eind december de weg voor de vierde keer vol zou storten, besloten de kemphanen naar de rechter te stappen. Wethouder Krale van de gemeente Staphorst: „Talen bleef zeggen dat hij afval op de weg mocht storten. Het zou zijn weg zijn. Nu is er duidelijkheid.”

De gemeente wil meewerken om het nieuwe perceel alsnog voor elkaar te krijgen. „De gemeente heeft al veel stukken aangereikt op het onderdeel milieu. Mochten er nog milieustukken nodig zijn, dan neemt de gemeente daarvan de kosten voor haar rekening.”

Albert Talen is erg teleurgesteld over de uitspraak van rechter. Hij houdt zich er wel aan. „Dit is een grote teleurstelling, omdat de provincie Overijssel eerder verklaarde dat ik de weg wél mag gebruiken.” Hij vindt het gek dat provincie en gemeente elkaar tegenspreken. „Wie moet je nog geloven in dit land? Ik doe nooit meer zaken met een overheid. Je kunt beter zakendoen met de Russen.”

Hij onderzoekt nog of hij vervolgstappen gaat zetten.

Doelbewust

Albert Talen vermoedt dat de gemeente Staphorst hem doelbewust kapot probeert te maken. „Ze gaan net zolang door tot ik failliet ben. Het lijkt erop dat dit gaat lukken.” Wethouder Krale staat te kijken van deze uitspraak. „Natuurlijk willen we dat niet. We hopen ook voor hem op een goed lopend bedrijf, maar hij moet zich wel aan de spelregels houden.”