Senaat boos op stille ex-topman Enron
De leden van de commissie handel van de Amerikaanse Senaat waren dinsdag bijzonder kritisch tegenover Kenneth Lay, ex-topman van het failliete energiebedrijf Enron.
Lay, die eerder had geweigerd voor de commissie te verschijnen, kwam dinsdag wel opdagen omdat hij daartoe een dagvaarding had gekregen. Maar hij maakte gebruik van zijn grondwettelijk recht (volgens het zogeheten vijfde amendement op de Amerikaanse grondwet) om te zwijgen. Dit amendement is bedoeld om mensen te beschermen tegen hun eigen verklaringen wanneer die later tegen hen gebruikt kunnen worden.
Senator Eernest Hollings sprak Lay aan met „Kenny Boy”, de naam waarmee president Bush zijn vriend Lay placht aan te spreken. Hollings kritiseerde Lay omdat die via de enorme bedragen die Enron in de politiek investeerde, van de Amerikaanse regering een „zelfbedieningswinkel” had proberen te maken.
Lay zei dat zijn besluit om te zwijgen niet betekende dat hij iets te verbergen had. Dat heeft hij wel degelijk, volgens professor William Powers van de Universiteit van Texas. Powers stelde op verzoek van de raad van bestuur van Enron een rapport samen over de gang van zaken die tot Enrons ondergang leidde.
Een belangrijke factor was daarbij de creatie van zogenaamde „onafhankelijke samenwerkingsverbanden”, die in werkelijkheid echter onder de bevoegdheid van de Enron-top vielen. Deze werden gebruikt om schulden buiten de boeken te houden om zo een positiever beeld van Enron te kunnen presenteren. Kenneth Lay was hier volledig van op de hoogte en had deze manipulatie ook goedgekeurd, verklaarde Powers dinsdag tegenover de Senaat.
Het ministerie van Justitie probeert intussen een akkoord te bereiken met Ben Glisan, voormalig accountant van Enron. Glisan was op de hoogte van alle twijfelachtige boekhoudkundige praktijken van Enron. Hij zou bereid zijn te getuigen als hem immuniteit van vervolging wordt beloofd.