Gerhard Hormann over koopgedrag
Sinds ik in 2008 besloot om versneld mijn hypotheek af te lossen, krijg ik regelmatig te horen dat mijn levenswijze slecht is voor de economie.
Dat is een terecht verwijt, want elke euro die je als spaarzame burger inlegt op een bankrekening of overmaakt naar je hypotheekverstrekker onttrek je feitelijk aan het economische verkeer.
Dat geldt inmiddels voor bijna alle keuzes die ik heb gemaakt in het kielzog van mijn slinkende hypotheekschuld. Wie een bescheiden, zuinige auto koopt, betaalt minder wegenbelasting en minder accijns doordat er minder vaak hoeft te worden getankt. Dat geeft direct lucht in je huishoudportemonnee, maar gaat ten koste van overheidsinkomsten. In mijn eerstvolgende boek zal ik ook eens uitrekenen hoeveel belasting ik betaalde in het laatste jaar dat ik fulltime in loondienst was in vergelijking met mijn huidige situatie. Het kan zomaar zijn dat dit duizenden euro’s scheelt.
Op dezelfde manier vraag ik me bij elke winkel in mijn woonplaats die noodgedwongen zijn deuren moet sluiten af of ik er de afgelopen jaren ooit nog weleens binnen ben geweest. Natuurlijk is het niet alleen mijn schuld dat het slecht gaat met de plaatselijke middenstand, maar ik ben niet blind voor het verband. Het is niet voor niets zo dat het consumentenvertrouwen de belangrijkste graadmeter is geworden voor de staat waarin de economie verkeert.
In zekere zin kun je zeggen dat ik met mijn gedrag de consumptiemaatschappij saboteer en het sociale stelsel ondermijn, hoewel dat natuurlijk absoluut niet de bedoeling is en ook nooit een drijfveer is geweest. Meestal antwoord ik op vragen in die richting dat ik een boekenschrijver ben en geen boekhouder, net zoals ik ook een politicoloog ben en geen politicus. Mijn verantwoordelijkheid ligt in de eerste plaats bij mijn eigen huishouden, en niet bij het huishoudboekje van premier Rutte.
Belangrijker nog is dat je alles wat hierboven staat niet zomaar kunt omkeren. Wie hard werkt, doet dat niet in de eerste plaats om de economie te steunen. Mensen werken om hun maandelijkse lasten op te brengen, omdat ze er plezier in hebben of omdat ze graag op wintersportvakantie willen. Je kunt werken uit plichtsbesef, uit roeping of omdat je het belangrijk vindt iets bij te dragen of iets na te laten. Al die motieven (en ik heb er nog een heleboel niet genoemd) zijn valide en legitiem. Maar ik geloof niet dat er íémand werkt met de begroting van dit kabinet in zijn achterhoofd.
Typerend voor de manier waarop we met z’n allen denken, is ook dat er wel vaak opgemerkt wordt dat mijn gedrag slecht is voor de economie, maar nooit dat het goed is voor het milieu. Wie zuinig rijdt, weinig overbodige spullen koopt en zijn schoenen voor de zoveelste keer laat repareren in plaats van elk seizoen nieuwe te kopen, gedraagt zich op een duurzame en ecologisch verantwoorde manier. Maar blijkbaar weegt dat veel minder zwaar en telt dat eigenlijk niet mee.
In mijn geval is dat ook niet iets om me voor op de borst te kloppen, want het is slechts een bijkomend voordeel. Ik ben niet zuinig gaan leven om een bom te leggen onder het kapitalisme en evenmin om de planeet te redden. Beide zaken hebben me aan het denken gezet en zijn van grote betekenis, maar oorzaak en gevolg mag je niet zomaar door elkaar halen en als drogreden aanvoeren voor je eigen gedrag.
De auteur is schrijver en publicist. Reageren? hormann@refdag.nl