Binnenland

Op jacht naar muskusrat die dijk sloopt

LENT. Dag in dag uit jaagt Nico Evers (47) op muskus- en beverratten. Om te voorkomen dat de beesten dijken ondergraven. „Ik vind het mooi om veiligheid van mensen te bevorderen.”

J. Visscher
29 January 2016 13:51Gewijzigd op 16 November 2020 01:04
Rattenvanger Nico Evers maakt een vangkooi gereed. beeld VidiPhoto
Rattenvanger Nico Evers maakt een vangkooi gereed. beeld VidiPhoto

De ratten kunnen flink tekeer gaan, weet bestrijder Evers uit Lent, nabij Nijmegen. „De dieren maken een gangenstelsel waardoor 1000 kilo aarde kan verschuiven. Als je de ratten hun gang laat gaan, kan een dijk als het ware veranderen in een stuk peperkoek. Die dijk kan dan niet veel water meer tegenhouden.”

Bestrijders vingen vorig jaar 88.650 muskusratten, aldus de Unie van Waterschappen deze week. Dat is een daling van 6 procent ten op zichte van 2014. Overigens nam het aantal gevangen muskusratten in het westen en midden van Nederland juist toe, met name rond Gouda.

In Nederland, met name nabij de grens met Duitsland, werden ook 1212 beverratten gevangen; een stijging van 16 procent. De beverrat, afkomstig uit Zuid-Amerika, legt bij kou vaak het loodje. Echter, door de zachte winters van de afgelopen jaren steeg de populatie in Duitsland sterk. Ze trekken ook naar Nederland. Een beverrat is groter dan een muskusrat. Het lijf van een beverrat is ongeveer 50 tot 60 centimeter, dat van een muskusrat zo’n 30.

Nico Evers, rattenbestrijder bij Waterschap Rivierenland, werkt in de regio nabij Nijmegen. Zijn vangstterrein is zo’n 60 kilometer lang en 60 kilometer breed. Vaak is hij in Duitsland actief. „Dat noemen we grensbewaking. Omdat in Duitsland de bestrijding lang niet zo goed geregeld is als in Nederland, kunnen veel ratten hun gang gaan en naar Nederland trekken. Wij proberen dat zo veel mogelijk te voorkomen.” Zelf ving hij vorig jaar in Duitsland 300 muskusratten, in Nederland 49. In Duitsland wist hij 23 beverratten te pakken, in Nederland 27.

Evers heeft 45 kooien om de ratten te vangen en lokt ze met appels. In Duitsland mag hij alleen zogeheten levendvangende kooien gebruiken. „In zo’n gaaskooi, met een valklep ervoor, is de rat nog levend. Met een luchtdrukpistool schiet ik het beest dood. Als er onbedoelde bijvangst, zoals een watervogel, in de kooi terechtkomt, kan ik die vrijlaten.” Op de kooien zit een zendertje. „Zodra een dier gevangen zit, krijg ik een sms. Dan kan ik naar zo’n kooi rijden, ook in het weekend.”

In Nederland hebben bestijders „meer mogelijkheden” ratten te vangen. Hier kunnen de dieren ook gevangen worden met klemmen en drijfkooien waarin de dieren verdrinken. De methodes zijn niet onomstreden. „We proberen klemmen zo in het water te zetten dat niet elk dier daar zomaar in terecht komt. Zo proberen we zo min mogelijk dierenleed te veroorzaken.”

Geregeld speurt Evers in zijn kano naar rattensporen. „Denk aan uitwerpselen en geknakte stukjes riet. In de buurt van die sporen kun je een kooi neerzetten.”

Ratten wekken bij menigeen weerzin. „De beesten zullen mij niet aanvallen. Muskus- en beverratten zijn vrij gezonde, schone beesten. Je zult er niet gauw een ziekte van oplopen.” Hij is tevreden met zijn werk. „Je hebt een belangrijke taak en veel vrijheid. Wel ben je vaak op jezelf aangewezen. Je kunt niet even snel koffie tappen en met een collega een praatje maken.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer