Dr. Marten van Willigen: Doop verplicht tot heilig leven
Wie zich laat dopen, moet voorbereid zijn op de consequenties. De gevaren van terugval waren in de Vroege Kerk even groot als in deze tijd, zo stelt dr. Marten van Willigen. „Kerkvader Chrysostomus laat in de wereldstad Antiochië zien hoe het Evangelie voortdurend uitgedaagd wordt door het heidendom.”
Dr. Van Willigen presenteerde woensdag met zijn boek ”Met Christus verbonden” het vervolg op zijn in 2014 verschenen ”Christus volgen. Doop en avondmaal in de Vroege Kerk”. Het thema ”Met Christus verbonden zijn” wordt uitgewerkt in de catecheses en preken van Johannes Chrysostomus, die prediker was in Antiochië (gelegen in het huidige Syrië) en later bisschop in Constantinopel.
De preken en catecheses laten volgens Van Willigen op een originele manier het krachtenveld zien waarin de gelovigen in Antiochië zich bevonden. In de hen omringende joodse en heidense wereld moesten zij zich zien te handhaven. Sommigen zagen ertegen op om zich te laten dopen, anderen keerden na hun doop terug tot hun vroegere leven in het heidendom.
Uit het boek wordt het breukvlak tussen heidendom, jodendom en christendom zichtbaar. De doop betekent dat de gedoopte zich geheel aan Christus verbindt. De doopleerling (catechumeen) legt een krijgseed af en verklaart zich bereid om uit de dienst van de boze te treden en over te gaan in de dienst van Christus. De inhoud van de eed is: „Ik verzaak u, satan, en al uw engelen, en geheel uw dienst en pracht en praal, en ik ga over in Uw dienst, Christus.”
Chrysostomus waarschuwt tegen het uitstellen van de doop tot het sterfbed en het misbruik maken van Gods liefde door terug te keren in het oude levenspatroon. Waren dit belangrijke uitdagingen in die tijd en waarom ging men de doop uitstellen?
„Dat laatste had te maken met een soms bijna magische en fysieke opvatting van de doop als een letterlijke afwassing van de zonden. Deze fysieke opvatting is ook bij Chrysostomus aanwezig, maar het meest zwaarwegend is bij hem toch de levensheiliging. Wanneer men zich wil laten dopen op zijn sterfbed, dan is het alsof men zich wil aanmelden voor militaire dienst terwijl de oorlog voorbij is, zo zegt hij treffend in een van zijn preken. God verzekert Zijn bijstand wanneer de mens in de kracht van zijn leven zich toewijdt aan Hem. Wanneer je je liet dopen gaf je aan het heil volledig van Christus te verwachten. Een andere categorie liet zich wel dopen, maar zonder te beseffen wat de consequenties waren. Deze laatste categorie viel niet zelden terug in het oude patroon. Het was een uitdaging om beide categorieën op te wekken tot het geloof in Christus.”
In die tijd werd de doop gevolgd door de eerste deelname aan het avondmaal. Hoe nauw was die band?
„In de Vroege Kerk nam de gedoopte tijdens dezelfde dienst ook deel aan het heilig avondmaal, de gedachtenismaaltijd waarin het sterven van Christus werd herdacht en de verzoening van de zonden symbolisch werd uitgebeeld en door het sacrament werd bezegeld. In de daarna volgende avondmaaldiensten nam men steeds weer opnieuw deel aan het heilig avondmaal. Er was een uitzondering: als gedoopten in zonden vielen en daarom een fase van boetedoening ondergingen om later weer toegang te ontvangen tot het avondmaal. Er was echter ook een categorie kerkgangers die een tussenweg wilde volgen: ze gingen wel naar de kerk, maar namen geen deel aan de sacramenten. Voor deze categorie gold dat zij zich niet ten volle wilden overgeven aan Christus. Daarvoor misten ze de innerlijke kracht en overtuiging. Ze hielden het werk van de Geest daar echter mee tegen.”
Waarom benadrukt Chrysostomus een voorbereidingstijd met vasten en boetedoening?
„Dit was in de Vroege Kerk gebruikelijk en vinden we nog steeds terug in de Koptische Kerk. Ten onrechte zou met dit kunnen afdoen met ‘zichzelf een beetje oppoetsen’. Het is veel meer een serieuze poging om in het contact met God niet slordig of nonchalant te zijn. In zijn kerk zat alles, van rijp tot groen. De kerkvader wil duidelijk maken dat het sacrament van het avondmaal van hoge waarde is en dat je er zorgvuldig mee om moet gaan.”
Chrysostomus roept, zo blijkt uit uw boek, zijn luisteraars ertoe op om vaker dan één keer per jaar naar de kerk te komen. Wat was de oorzaak van dit geringe kerkbezoek?
„Dat is niet helemaal duidelijk, het lag zeker niet aan de levendigheid van Chrysostomus’ voordracht, want die was prima. Toch gebeurt het. Chrysostomus probeert echter met klem deze gelovigen tot het Evangelie te roepen en spoort hen aan om het niet bij één keer te laten. Dan leer je niets, zo houdt hij zijn luisteraar voor. Maar tegelijk weet hij zijn luisteraar van de relevantie van het regelmatig kerkbezoek bewust te maken. Prachtig is zijn vergelijking van de kerk met een haven, waar zeevarenden weer tot rust kunnen komen na wilde stormen.”
Chrysostomus maakt de doopleerlingen duidelijk dat er van hen iets verwacht wordt in deze voor hen vaak zo vijandige omgeving. In hoeverre is er iets nieuws onder de zon vergeleken met deze tijd?
„De parallellen zijn treffend. Antiochië was een wereldstad met 500.000 inwoners waar de heidense religie bepaald niet was uitgestorven. Het was een ”booming city”, op één lijn met Rome en Alexandrië. De grote vraag is in hoeverre deze stad werkelijk gechristianiseerd was. Ik heb er mijn twijfels over. De kerk van Chrysostomus was een echte volkskerk. Maar juist in deze gemeente werd het Evangelie gebracht. Wat de Vroege Kerk van de vierde eeuw ons vooral leert is de oprechte toewijding aan God. Het is niet een kwestie van gewoon naar de kerk gaan en voor de rest niets. Chrysostomus maakt juist duidelijk dat de doop het beginpunt is en dat een oprechte levenswandel eveneens van essentieel belang is, alsook de barmhartigheid ten opzichte van onze medemens. Het lezen van de Schrift is onontbeerlijk om voldoende bescherming te hebben tegen de geesten van deze tijd en tegen de verleidingen die ons omringen. Vergeet niet de uitdaging van de filosofie die in de Griekse oudheid een positieve klank had, teken was van eruditie en culturele vorming. Chrysostomus speelt daarop in en spoort zijn hoorders aan om wat hij noemt déze filosofie te leren, en dan bedoelt hij de studie van het Woord van God. Dat hij dat op een pastorale en liefdevolle wijze doet, gedreven door de philantropia, de liefde van God, maakt hem tot een van de grootste kerkvaders.”
Met Christus verbonden. Leven uit doop en avondmaal in de Vroege Kerk, dr. M. A. van Willigen; uitg. Royal Jongbloed, Heerenveen, 2016; ISBN 978 90 8897 124 2; 208 blz.; € 14,95.