„Afbeeldingen van het misbruik blijven voortbestaan, wat betekent dat je als slachtoffer het misbruik niet kunt afsluiten”, aldus rapporteur Corinne Dettmeijer. „Ook moeten slachtoffers leven met de wetenschap dat veel mensen getuige van hun misbruik worden, en daar zelfs plezier aan beleven.”

Dettmeijer moedigt slachtoffers aan deel te nemen aan het onderzoek. In de vragenlijst is onder meer aandacht voor de aard van het misbruik, de relatie tussen slachtoffer en dader en de manier en het moment waarop het misbruik aan het licht kwam. Slachtoffers kunnen de vragenlijst online invullen. Politie, Slachtofferhulp en het Meldpunt Kinderporno zullen mensen steeds wijzen op die mogelijkheid. Het is de bedoeling dat de onderzoeksresultaten eind dit jaar worden gepubliceerd.

Een werkgroep met deskundigen uit onder meer Canada, de VS, Duitsland en Nederland bekijkt op basis van de uitkomsten van het onderzoek hoe beleid, wetgeving en hulpverlening kunnen worden aangepast. Ook gaan de vragen in op de psychische, lichamelijke en sociale gevolgen die het misbruik, de verspreiding van de beelden, en de eventuele rechtsgang daarna, hebben gehad.

Donderdag verscheen een Canadees rapport waarin ruim 43.000 foto’s en video’s van seksueel misbruik zijn geanalyseerd. „De slachtoffers op de beelden en de bezitters van de kinderporno komen uit ongeveer alle landen van de wereld”, vult een woordvoerster van de Nationaal Rapporteur aan. „De beelden, vaak dezelfde, zijn aangemeld door zo’n 150.000 mensen.”

Op vier van de vijf foto’s en filmpjes zijn kinderen van elf jaar of jonger te zien. Hoe jonger het kind, hoe ernstiger het misbruik. Van de volwassenen die zichtbaar zijn, is 83 procent man. Ruim twee derde van het pornografische materiaal is in huiselijke kring gemaakt.