Kerk & religie

Mais voor Malawi

In zuidelijk Afrika dreigen de komende maanden ernstige voedseltekorten. In Malawi is de prijs van de mais in een jaar tijd verdubbeld. Diverse organisaties uit de gereformeerde gezindte organiseren noodhulp.

Jan van Reenen
27 January 2016 22:49Gewijzigd op 16 November 2020 01:01
Regelmatig heeft Malawi te kampen met grote voedseltekorten. Deze archieffoto toont een weduwe met haar kind voor hun hutje op het platteland. Beeld RD, Henk Visscher
Regelmatig heeft Malawi te kampen met grote voedseltekorten. Deze archieffoto toont een weduwe met haar kind voor hun hutje op het platteland. Beeld RD, Henk Visscher

Zo’n 30 miljoen mensen in zuidelijk Afrika dreigen dit voorjaar met voedseltekorten te maken te krijgen, zegt Arie van der Poel, regiocoördinator van de Gereformeerde Zendingsbond (GZB) binnen de Protestantse Kerk in Nederland. „Mogelijk wordt de droogte veroorzaakt door het zogenoemde El Nino-effect: als het oceaanwater aan de westkust van Latijns-Amerika een paar graden warmer wordt, leidt dat in sommige delen van de wereld tot uitzonderlijk veel neerslag, terwijl het elders kurkdroog blijft. Op dit moment is het droog in grote delen van zuidelijk Afrika.”

Malawi, een land waar nogal wat hulporganisaties uit de gereformeerde gezindte actief zijn, werd vorig jaar getroffen door grote hoeveelheden neerslag en daarmee gepaard gaande overstromingen. Daardoor hadden de Malawianen een slechte oogst en begonnen ze het nieuwe seizoen met achterstand. Tot voor kort startte de nieuwe cyclus in november, maar door de bijna elk jaar ervaren droogte beginnen veel Malawiaanse boeren nu pas begin december met het zaaien van hun mais.

Sinds Kerst

„In het noorden van Malawi is de situatie aanzienlijk beter dan in het midden en zuiden van het land”, vertelt Van der Poel. „In het noorden valt er tot nu toe op de meeste plekken genoeg regen, maar meer naar het zuiden zijn er streken waar sinds Kerst geen druppel water gevallen is. Het gevolg is dat de net opgekomen plantjes verschroeid zijn door de zon en de droogte. De vrees bestaat dat door het El Nino-effect de regen te vroeg zal ophouden –in het noorden– of te laat zal komen of bijna of helemaal zal uitblijven.

De GZB, die verschillende werkers in Malawi heeft, heeft tot nu toe op kleine schaal geholpen door het verstrekken van gerichte bijdragen voor voedselhulp”, deelt Van der Poel mee. „Zodra er een goed voorstel ligt van de Church of Central Africa Presbyterian (CCAP), waarmee de GZB verbonden is, gaan we grootschaliger werven.”

Duurzaam

Het voorstel wordt mede uitgewerkt door ds. L. Schaafsma, die in een dorp in de omgeving van Mangochi woont. Hij wordt dagelijks geconfronteerd met de honger. „Mensen uit het dorp kloppen regelmatig bij mij aan”, laat de predikant desgevraagd weten, „maar ik kan die mensen van ons dorp toch niet onderhouden?”

Ds. Schaafsma zendt het voorstel voor einde deze maand naar de GZB. „De noodhulp kan geregeld worden via de lokale kerken van CCAP, die een eerlijke verdeling van de mais garanderen. Voor de toekomst denken we behalve aan meer duurzame landbouwmethoden aan goedkope, voetbediende waterpompen, waarmee de boeren water uit rivieren en ander oppervlaktewater kunnen halen. Pompen met zonnepanelen zijn duurder maar kunnen wel een groter gebied bevloeien, zonder dat hiervoor mankracht nodig is.” De predikant hoopt dat er snel iets gedaan kan worden.

Over het muurtje

Wim Akster werkt voor Stichting Timotheos, die samenwerkt met de synode van de Reformed Presbyterian Church van Malawi (RPC). Op het moment dat hij gebeld wordt, is hij juist met een groep kinderen aan het eten in de dagopvang in het district Nsanje, in het zuiden. „Ik moet goed opletten”, zegt hij, „omdat er kinderen van buiten over het muurtje willen klimmen om mee te eten. Dat mag niet, want dan krijgen de kinderen die wij onder onze hoede hebben niet genoeg.”

Akster ervaart dagelijks de gevolgen van de toenemende honger. „Ik zie de dofheid in de ogen van de mensen. Hun haar verkleurt van donker- naar lichtbruin. Ik zie ook kinderen rondlopen met hongeroedeem. Gisteren sprak ik een totaal uitgeteerde vrouw die vijf dagen niet had gegeten. Het is hier een dagelijks gevecht om te overleven. Je kunt nu al zien dat sommigen het niet gaan redden.”

De veldwerker doet wat hij kan om de nood te helpen lenigen. De Hersteld Hervormde Kerk heeft een bedrag van 80.000 euro beschikbaar gesteld, de Gereformeerde Gemeenten in Noord-Amerika kwamen met 26.000 dollar over de brug, terwijl Stichting Timotheos zelf 50.000 euro beschikbaar gesteld heeft voor noodhulp. „Van dat geld kopen we mais, dat we vooral uitdelen aan de zwaksten: kinderen, bejaarden en zieken. De prijs van de mais is in een jaar tijd verdubbeld. Een jaar geleden kostte een zak mais 6000 kwacha, nu moet je er zeker 12.000 kwacha voor neertellen.”

Waterpompen

Ook Jaap Offringa van de Vrienden voor Afrika is bezig met het organiseren van hulp voor Malawi. Zijn organisatie, die voornamelijk steun ontvangt vanuit Bunschoten/Spakenburg, heeft het afgelopen jaar in tien verschillende dorpen in het gebied van Mangochi waterpompen laten plaatsen. Offringa: „De pompen halen het water op een diepte van circa 50 meter uit de grond. Het betekent dat er ook in droge tijden water aanwezig is. Goed drink­water is van groot belang in de strijd tegen droogte en ziekten.”

Verder organiseren de vrienden noodhulp door het uitdelen van mais. „Het gaat geordend. De namen van de mensen in een dorp die ervoor in aanmerking komen, worden door de plaatselijke kerk verstrekt. De burgers krijgen 15 kilogram mais per maand. Iedereen wordt geholpen, ongeacht godsdienst.”

Uit Bunschoten/Spakenburg is een bedrag ontvangen van ruim 3000 euro. De christelijke gereformeerde kerk Bunschoten gaat een „tonnenbusactie” houden voor de noodhulp. Andere plaatselijke kerken overwegen mee te helpen in de vorm van een collecte.

Irrigatieproject

Floor van Duijn van Stichting Stéphanos deelt mee dat zijn stichting bezig is met een irrigatieproject in Malawi. Als boeren hun land kunnen bevloeien, komt een tweede jaarlijkse oogst in zicht. „Alles wat van deze oogst overblijft, kunnen ze dan verkopen – om in het volgende seizoen weer zaad te kunnen kopen.”

De stichting heeft al op kleine schaal mais uitgedeeld onder de bevolking. Binnenkort start een er grotere actie om geld op te halen. Dat zal bestemd worden voor de aankoop van mais en uitgedeeld worden in de omgeving van Blantyre.

Bedelend

NoodhulpMalawi is een overkoepelend orgaan van Stichting Raise, Gracefarmers en Stichting Kusamalila, die alle drie werken in Malawi. Stichting Raise beheert in Namwera bij Mangochi op een terrein van 600 hectare een kindertehuis, een boerderij en een sojaplantage, waar honderden Malawianen werken. Beide andere organisaties zijn vanuit Nederland ondersteunend bezig.

Ben de Wild vertelt dat er de laatste weken steeds meer bedelende mensen bij het hek van het terrein te zien zijn en dat een derde van de plaatselijke werknemers vanwege de honger niet meer kwam opdagen. Daarom wil NoodhulpMalawi 2000 mensen in de elf aangrenzende dorpen gaan helpen voor een periode van vier maanden. Dat gebeurt door het wekelijks beschikbaar stellen van een paar vrachtwagens met mais dat in de dorpen uitgedeeld wordt. De dorpelingen gaan in de rij staan en krijgen een niet-afwasbaar stempel op hun hand om corruptie tegen te gaan. „Op dit moment staat de teller op 417 gezinnen die geholpen kunnen worden.”


Tjerk Visser in Malawi

Tjerk Visser werkt voor de Gereformeerde Zendingsbond in het noorden van Malawi. Hij wijst op de enorme kaalslag en ontbossing die invloed hebben op het weer. „Veel herplantprogramma’s slaan niet aan. Veel Malawianen willen er niet aan dat zij een verantwoordelijkheid hebben en weigeren om bomen te planten.”

Vorige week trainde Visser in het afgelegen dorp Engalaweni, op de grens met Zambia, een groep kerkenraden. Hier was duidelijk te zien dat sommige gezinnen opnieuw hebben moeten zaaien omdat de eerste groei in de kiem gesmoord werd door een periode van droogte.

„Niet iedereen heeft voldoende reserves om dat op te vangen”, zegt Visser. „De plaatselijke predikant, dominee Chisunka, vertelde dat verschillende mensen in zijn gemeente bijna alleen nog mango’s eten.”

De predikant heeft veel land en genoeg kapitaal voor zaaigoed en kunstmest. Het afgelopen jaar had hij een goede oogst. „We zijn door God gezegend om tot een zegen te zijn”, laat ds. Chisunka weten. Sinds december kloppen er elke dag vijftien tot twintig mensen bij de pastorie aan om hulp. Vrijwel elke dag is er een ploeg vrouwen voor hen aan het koken. Ook geven ze hun een emmer mais mee. Anderen kunnen bij hem goedkoop een zak van 50 kilo mais kopen.

Visser: „Een dergelijk persoonlijk initiatief is een uitzondering. De meeste kerken hebben geen hulpprogramma’s op deze schaal, omdat veel gemeenteleden zelf tot de doelgroep behoren.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer