Binnenland

‘Kleine kans’ piloten in IS-handen te vallen’

DEN HAAG (ANP). Nederlandse F-16-piloten lopen in de ogen van deskundigen gering risico om bij calamiteiten tijdens bombardementen boven Syrië in handen van IS-strijders te vallen.

27 January 2016 17:39Gewijzigd op 16 November 2020 01:00

De gruwelijke dood van de Jordaanse F-16-piloot Muath al-Kasasbeh, die vorig jaar op afschuwelijke wijze om het leven werd gebracht, is voor deze waarnemers niet maatgevend.

Volgens defensiedeskundige Dick Zandee, verbonden aan het instituut Clingendael, zijn boven IS-gebied in Syrië en Irak de afgelopen anderhalf jaar meer dan 10.000 missievluchten uitgevoerd. Nederlandse F-16’s bombardeerden tot dusver IS alleen in Irak. „Helaas is het één keer misgegaan”, zegt hij. „Maar je moet altijd rekening houden met het meest zwartgallige scenario. Wat er met die Jordaanse piloot gebeurd is, onderstreept dat.”

Toch is een luchtoperatie minder riskant dan het sturen van grondtroepen, vindt Zandee. Met de massale inzet van militairen tegen het kalifaat zou IS binnen een of twee weken zijn verslagen, meent hij. Dat kost echter meer mensenlevens aan de zijde van de coalitie dan de inzet van vliegtuigen. „Daarom is het inzetten van F-16’s de minst onveilige optie.”

Een crash van een Nederlandse F16-vlieger in het kalifaat kan wel ernstige gevolgen hebben. De Jordaanse F-16-piloot Muath al-Kasasbeh (26) stortte in december 2014 neer boven Raqqa, gebruikte zijn schietstoel en landde aan een parachute in een meertje. Hij werd al na enkele minuten gevangen genomen door IS-strijders. Het uitzenden van noodsignalen aan het Personnel Recovery Team, een speciale Amerikaanse bevrijdingseenheid, kon hem niet meer redden. De piloot werd begin februari vorig jaar door IS-strijders in een traliewerk gevangen gezet en in brand gestoken.

De Commandant der Strijdkrachten, Ton Middendorp, zei kort na die gebeurtenis tegen het NOS Journaal dat Nederlandse vliegers in voorkomende gevallen „hun eigen afweging moeten maken”. Dat zou kunnen betekenen dat zij zichzelf bij dreigende gevangenneming met hun handvuurwapen het leven benemen.

Voorzitter Jean Debie van de vakbond voor burger en militair personeel (VBM) stelt desondanks dat F-16-piloten uitstekend getraind zijn om zichzelf in noodgevallen in vijandelijk gebied buiten ieders zicht in leven te houden. „Maar garanties zijn er niet - het is daar oorlog. En domme pech is nooit uit te sluiten”, zegt hij.

Het gruwelijke voorbeeld van de Jordaanse F-16-piloot deert het Nederlandse vliegerskorps niet, meent Debie. En hun gezinnen evenmin. Niemand zal volgens hem afzien van het vliegen van missies boven IS-gebied in Syrië. „De vliegers vormen een hechte gemeenschap en datzelfde geldt voor het thuisfront.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer