Gegrepen door een vergeten componist
Een speurneus; geen herkauwer. Pianist Kees Wieringa is voortdurend op zoek naar onbekende muziekstukken van Nederlandse bodem. „Het is een apart idee dat je de eerste bent die een bepaald stuk van een al lang overleden componist speelt.”
Wieringa’s laatste vondst kwam deze week in het nieuws. In het Haagse Gemeentemuseum spoorde hij een symfonie van Jakob van Domselaer (1890-1960) op. Op 7 maart wordt die uitgevoerd, 42 jaar na het overlijden van de componist. Die is er nooit mee naar buiten getreden. „Van Domselaer was waarschijnlijk zo teleurgesteld dat hij voor zijn werk geen aftrek vond, dat hij nooit meer een symfonie heeft geschreven. Hij bleef maar het liefst in zijn isolement, teruggetrokken in zijn studeervertrek. Hij had de gaven om een beroemd pianist te worden, maar hij miste de noodzakelijke mentaliteit. Toen Willem Mengelberg hem voor het eerst hoorde spelen, zei die: Waarom leeft u met dat grote talent in de eenzaamheid?”
Wieringa was ook de eerste die een klein deel van Van Domselaers enorme aantal pianowerken op cd zette. Het past in zijn streven Nederlandse muziekcomposities aan de vergetelheid te ontrukken. In samenwerking met de Evangelische Omroep brengt hij een serie cd’s met niet of nauwelijks bekende muziek uit onder de titel ”Sonatines”. Het tweede schijfje in de serie is pas uit.
Wieringa leeft zelfs op ’muzikale’ grond: in het houten tuinhuis naast het Walter Maashuis in Bilthoven, het pand dat door componist Julius Röntgen werd gebouwd in de vorm van een vleugel. Het is daarna altijd door musici bewoond, totdat de laatste van hen, Walter Maas, een jaar of acht geleden overleed. Om het pand te behouden, richtte Wieringa met anderen een stichting op.
Zelf streek hij -de bedoeling was: voor een paar maanden- in het tuinhuis neer, omdat hij als pianist moeilijk aan woonruimte kon komen waar hij zijn vak zonder burengerucht kon uitoefenen. Inmiddels woont hij er zeventien jaar.
Vanuit het houten bouwsel onderneemt hij zijn speurtochten. Recentelijk ontdekte hij muziek van Kees Boeke, de oprichter van de experimentele school Werkplaats Kindergemeenschap, waar Wieringa’s kinderen schoolgaan en waar ooit prinses Beatrix leerlinge was.
„Het gerucht ging ook dat Van Domselaer naast pianowerken ook een symfonie voor orkest had geschreven. Ik ben zijn familie gaan rondbellen, maar kwam uiteindelijk toch in het Haags Gemeentemuseum terecht, waar alle belangrijke Nederlandse muziekarchieven zijn bewaard totdat ze recent in het nieuwe Nederlands Muziekinstituut werden ondergebracht.
Iedereen dacht dat het maar om een kort stuk ging, dus ik vroeg het museum alles te kopiëren wat er aan symfonisch materiaal van Van Domselaer was. Ik schrok nogal toen hier een enorm pak papier werd thuisbezorgd. ”Symphonie No. 1” -het is ook bij één gebleven- blijkt een heel uitgebreid stuk te zijn. Het duurt zo’n veertig minuten, twee keer zo lang als gebruikelijk voor een symfonie. Inmiddels hebben we een cd opgenomen. Het Noord-Nederlands Orkest heeft me erg gestimuleerd, maar ik moest hen nu wel opbellen met de mededeling dat ze er musici bij moesten gaan huren voor de uitvoering van dit stuk. De blaaspartij is bijvoorbeeld twee keer zo zwaar bezet als gebruikelijk. Het wordt dan ook een grootse uitvoering op 7 maart.”
Het gevonden stuk dateert van omstreeks 1924, vermoedt Wieringa. „Het waren Van Domselaers wilde jaren, al is dit niet zijn wildste stuk. Later is hij steeds meer teruggegaan naar de bron, en dat was voor hem Bach. Op het laatst was hij bijna een Bach-epigoon. Meestal zie je dat musici juist steeds verder bij de traditie vandaan groeien.”
Opmerkelijk was ook dat Van Domselaer eerst alleen maar noten schreef en er later muziekinstrumenten bijzette. Er is maar één versie van de muziek zelf, maar voor de instrumentatie bleken er meer versies te zijn. Wieringa voegde ze samen. „Het is een lange weg voordat je een beetje vat op zo’n stuk krijgt. Het is net als bij een schilderij: pas als al het stof er helemaal af is, zie je pas echt hoe het in elkaar zit.”
„Ik ben gegrepen door Van Domselaers muziek”, erkent de Bilthovense pianist. „Hij heeft heel bijzondere muziek gemaakt, met een enorme zeggingskracht. Niet van die niemendalletjes die je zo vaak hoort. Hij was heel filosofisch. Dat hóór je ook. Eigenlijk was hij on-Hollands onbescheiden. Van Domselaer steekt echt boven het maaiveld uit.”