Toon interesse in onlinegedrag kinderen
Volwassenen helpen opgroeiende jongeren door belangstellend nabij te zijn, zowel offline als online, betoogt Steven Middelkoop.
De huidige generatie opgroeiende jongeren wordt geregeld de ”facedowngeneratie” genoemd. Met vlugge vingers vegen zij zich een weg door de digitale wereld. Met een iPhone in de hand, of een tablet op schoot, blijven ze op de hoogte van nieuwtjes en foto’s uit hun netwerk. Voor veel ouders stopt de opvoeding op de grens van de virtuele wereld, terwijl jonge pubers juist daar hun opvoeders nodig hebben.
Volgens de Monitor Jeugd en Media 2015 heeft 92 procent van de jongeren tussen de 10 en de 18 jaar een mobieltje, waarvan 97 procent een smartphone is. Dit geldt niet alleen voor tieners, ook onder kleine kinderen neemt het schermgebruik toe. De digitale wereld is niet meer weg te denken, maar raakte volledig geïntegreerd met het echte leven. Er is nauwelijks meer sprake van een scheiding tussen offline en online.
Reputatie
Het leven van jongeren speelt zich net zo vaak offline als online af, van een scheiding tussen die twee werelden is nauwelijks meer sprake. Sterker nog, je reputatie offline wordt gekleurd door je persoonlijke profilering online. Dus onzichtbaar blijven is nauwelijks een optie, wil je als tiener of young adult kunnen functioneren in de groep. Daarbij vond er de afgelopen jaren een verschuiving plaats van activiteiten die jongeren op Facebook delen naar de meer besloten wereld van WhatsAppgroepen.
In de kleine cellen van vrienden-, collega- of schoolklas-WhatsAppgroepen vindt continu communicatie plaats die parallel loopt aan het beleven van de werkelijkheid in ”real life”. Er worden nieuwtjes gedeeld, grapjes gemaakt en terloops wordt het gedrag geduid.
Communicatiecode
Tieners doen hun eerste ervaringen met groepscommunicatie op in een fase waarin zij nog volop bezig zijn met zelfaanvaarding. Het is daarom niet vreemd dat binnen hun WhatsAppgroepen conversaties soms heftige vormen aannemen. Van het delen van te intieme foto’s tot vernietigend pestgedrag. Dit is een communicatieterrein dat zich meestal volledig onttrekt aan het oog van volwassenen. We vinden immers dat je ”het niet kunt maken” om mee te lezen met de berichten van je tienerzoon of -dochter?
De omgeving waarin je verkeert, bepaalt de mate van openheid van een gesprek. In een volle kamer tijdens een verjaardag bespreek je geen intieme zaken, zeker niet wanneer het rumoer stilvalt en iedereen kan meeluisteren. Blijkbaar hebben we een sociale code waarbinnen we met elkaar converseren. Die wordt mede bepaald door onze cultuur, context en de mate van openheid die we persoonlijk belangrijk vinden.
Zo ook online, hoewel sommigen daar en plein public dermate onthullend communiceren dat het vervreemdend werkt. Blijkbaar bestaan er impliciet ook onlinecommunicatiecodes. Maar wat zijn die codes dan? Bestaan er goede en minder goede onlinecommunicatiecodes? En zo ja, hoe leren we onze kinderen dan om die te gebruiken? Zou het geen vanzelfsprekendheid moeten zijn om onze kinderen hierin op te voeden?
Niet alleen
Een Afrikaans spreekwoord zegt: „It takes a whole village to raise a child”, opvoeden is een taak voor het hele dorp. Deze opvoedingsgemeenschap (thuis, kerk, school) speelde tot voor kort enkel in real life een rol. Inmiddels beslaat het digitale bestaan (second life) van jongeren een groot deel van hun levenswerkelijkheid, waarbij volwassenen overigens niet achterblijven.
Dit vierde opvoedingsmilieu vraagt evengoed als de drie binnenste cirkels (thuis, kerk en school) om opvoeding en vorming. Daarbij speelt een gezonde vorm van sociale controle een belangrijke rol. Het kan niet zo zijn dat we opvoeding alleen beperken tot ons offline samenleven; ook online dienen jongeren te leren hoe het leven werkt. Om zo op een effectieve manier te leren communiceren, maar ook om te leren om te gaan met de voorlichters en verleiders die zich online aan hen opdringen.
Sociale controle
De nabijheid van opvoeders heeft een beschermende en weerhoudende werking op jongeren als het gaat om de verleidingen waaraan zij toegeven. Een jongen van 14 haalt het bijvoorbeeld niet in zijn hoofd om naast zijn vader op de bank nieuwsgierig een pornoblaadje in te kijken. Tegelijkertijd is deze vader anno 2016 naïef als hij denkt dat zijn zoon nooit dergelijke beelden langs ziet komen. De werkelijkheid om ons heen staat immers bol van pornografische invloeden, met name online.
Volwassenen helpen opgroeiende jongeren door belangstellend nabij te zijn. Zowel offline als online. Dat begint preventief met de gewoonte dat ouders de telefoon en communicatie van hun jonge pubers mogen inzien. Niet vanuit platte nieuwsgierigheid, maar vanuit zorgzame betrokkenheid.
We moeten niet alles willen weten van onze kinderen, maar tegelijkertijd dienen zij wel te weten dat hun onlineverkeer transparant en inzichtelijk is voor hun opvoeders. Omdat de offlinesamenleving en onlineactiviteiten zich niet afspelen in onderling onderscheiden werkelijkheden, maar vloeiend in elkaar overlopen. Heb daarbij oog voor de ontwikkeling van ieder kind afzonderlijk, voor onlineopvoeding geldt evenmin als offline een aanpak die voor iedereen geschikt is. Opvoeden betekent maatwerk, met oog voor de eigenheid van ieder kind.
De auteur is actief als programmamanager bij Yona.